gepubliceerd op 19 januari 2007
Besluit van het Verenigd College tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 augustus 1975 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van subsidies aan deze diensten, voor het Brusselse Gewest
7 DECEMBER 2006. - Besluit van het Verenigd College tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 augustus 1975 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van subsidies aan deze diensten, voor het Brusselse Gewest
Het Verenigd College, Gelet op de ordonnantie van 30 december 2005 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor het jaar 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 augustus 1975 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van subsidies aan deze diensten, voor het Brusselse Gewest, voor het laatst gewijzigd door het besluit van het Verenigd College van 8 december 2005;
Gelet op het Akkoord met de non-profitsector voor 2000-2005, gesloten op 23 juni 2000 met de sociale partners en goedgekeurd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het College van de Franse Gemeenschapscommissie en het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18/10/2006;
Gelet op de akkoordbevinding van de Leden van het Verenigd College bevoegd voor de begroting, gegeven op 7/12/2006;
Gelet op de Wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de verschillende bij dit besluit genomen maatregelen met het oog op een verbetering van de arbeidsomstandigheden van de werknemers van de non-profitsector, alsmede van de kwaliteit van de dienstverlening aan de bevolking, uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2006; dat derhalve de betrokken diensten daarvan onverwijld in kennis dienen te worden gesteld;
Op de voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, Besluit :
Artikel 1.Artikel 6, § 1, van het koninklijk besluit van 1 augustus 1975 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van de subsidies aan deze diensten voor het Brusselse Gewest, voor het laatst gewijzigd door het besluit van het Verenigd College van 10 juli 2003, wordt gewijzigd als volgt : a) in 1° wordt de vermelding "6,07 Eur" vervangen door de vermelding "6,19 ";b) in 1°bis wordt de vermelding "2004" vervangen door de vermelding "2005";c) in 6° wordt de vermelding "18,05" Eur" vervangen door de vermelding "18,41".
Art. 2.Artikel 6, § 2, van voornoemd koninklijk besluit van 1 augustus 1975, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2. De in aanmerking te nemen bruto-uurbezoldiging voor de berekening van de subsidie mag de hierna volgende bedragen niet overschrijden : 1° voor de stagedoende hulpen : 5,73 Eur;2° voor de in artikel 2 bedoelde hulpen : - jonger dan 19 jaar : 8,08 Eur; - van 19 tot 21 jaar : 8,40 Eur; 3° voor de in artikel 2 bedoelde hulpen die de ouderdom van 21 jaar hebben bereikt of overschreden, volgens de hierna volgende weddeschaal, opgesteld in functie van de dienstjaren gepresteerd vanaf deze leeftijd : 8,71 Eur voor hulpen met minder dan twee jaar dienst; 9,03 Eur voor hulpen met twee tot vier jaar dienst; 9,34 Eur voor hulpen met vier tot zes jaar dienst; 9,66 Eur voor hulpen met zes tot acht jaar dienst; 9,98 Eur voor hulpen met acht tot tien jaar dienst; 10,29 Eur voor hulpen met tien tot twaalf jaar dienst; 10,61 Eur voor hulpen met twaalf tot veertien jaar dienst; 10,86 Eur voor hulpen met veertien tot zestien jaar dienst; 11,11 Eur voor hulpen met zestien tot achttien jaar dienst; 11,35 Eur voor hulpen met achttien tot twintig jaar dienst; 11,63 Eur voor hulpen met twintig tot tweeëntwintig jaar dienst; 11,89 Eur voor hulpen met tweeëntwintig tot vierentwintig jaar dienst; 12,14 Eur voor hulpen met vierentwintig tot zesentwintig jaar dienst; 12,40 Eur voor hulpen met zesentwintig tot achtentwintig jaar dienst; 12,66 Eur voor hulpen met achtentwintig tot dertig jaar dienst; 12,91 Eur voor hulpen met dertig tot tweeëndertig jaar dienst; 13,17 Eur voor hulpen met tweeëndertig tot vierendertig jaar dienst; 13,43 Eur voor hulpen met vierendertig tot zesendertig jaar dienst; 13,68 Eur voor hulpen met zesendertig tot achtendertig jaar dienst; 13,94 Eur voor hulpen met achtendertig tot veertig jaar dienst; 14,20 Eur voor hulpen met meer dan veertig jaar dienst.
Art. 3.In artikel 6, §§ 4 en 5, van voornoemd koninklijk besluit van 1 augustus 1975 worden de vermeldingen "46.423,51 Eur" en "23.211,76 Eur" respectievelijk door de vermeldingen "47.351,98 Eur" en "23.676,00 Eur" vervangen.
Art. 4.In het artikel 11, § 1, leden 3, 4 en 5° van voornoemd koninklijk besluit van 1 augustus 1975, wordt de vermelding "18,05 Eur" vervangen door de vermelding "18,41 Eur".
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2006.
Art. 6.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 7 december 2006.
Voor het Verenigd College : De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, E. HUYTEBROECK P. SMET