gepubliceerd op 15 december 2005
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 1409, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek
7 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 1409, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 1409, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 14 januari 1993 en gewijzigd bij de wet van 24 maart 2000;
Gelet de Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro, inzonderheid op artikel 14;
Gelet van de wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet, inzonderheid op artikel 5, 3°;
Gelet op de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, inzonderheid op artikel 14, § 1;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat artikel 1409, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 14 januari 1993 en gewijzigd bij de wet van 24 maart 2000, een formule voorschrijft voor de jaarlijkse aanpassing van de bedragen die niet voor beslag vatbaar zijn aan het indexcijfer van de consumptieprijzen;
Overwegende dat artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen bepaalt dat met ingang van 1 januari 1994 in wettelijke en reglementaire bepalingen evenals in de bepalingen van individuele en collectieve arbeidsovereenkomsten die voorzien in een koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, in aanmerking wordt genomen de prijsindex die daartoe berekend en benoemd wordt;
Overwegende dat de formule het indexcijfer vermeldt van de maand november van het jaar waarin de aanpassing wordt verricht;
Overwegende dat artikel 1409, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek eveneens voorschrijft dat de aangepaste bedragen die niet in beslag mogen worden genomen binnen de eerste vijftien dagen van de maand december van elk jaar in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt;
Overwegende derhalve dat dit besluit zo spoedig mogelijk moet worden genomen en bekendgemaakt;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De bedragen die worden vermeld in artikel 1409, § 1, eerste tot derde lid, en § 1bis, eerste tot derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek worden met de volgende formule aangepast, rekening houdend met de prijsindex die daartoe berekend en benoemd wordt van de maand november 2005. 1. (27.000 : 40,3399) x 140,85/104,03 = 906,2065558 EUR 2. (29.000 : 40,3399) x 140,85/104,03 = 973,3329674 EUR 3. (32.000 : 40,3399) x 140,85/104,03 = 1074,0225847 EUR 4. (35.000 : 40,3399) x 140,85/104,03 = 1174,7122020 EUR
Art. 2.Het bedrag dat wordt vermeld in artikel 1409, § 1, vierde lid, en § 1bis, vierde lid, van hetzelfde Wetboek wordt met de volgende formule aangepast, rekening houdend met het prijsindexcijfer dat daartoe berekend en benoemd wordt van de maand november 2005 : (2.000 : 40,3399) x 116,82/105,21 = 55,0497511 EUR
Art. 3.De bedragen vermeld in de artikelen 1 en 2 worden afgerond op de hogere euro als volgt : 907 EUR, 974 EUR, 1.075 EUR, 1.175 EUR, 56 EUR.
Art. 4.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 december 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Overeenkomstig artikel 1409, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek worden de nieuwe bedragen van kracht vanaf 1 januari volgend op hun aanpassing, zijnde 1 januari 2006.