gepubliceerd op 18 mei 2000
Koninklijk besluit tot vastlegging van de procedure en de modaliteiten voor het selecteren van de « internationale partnerorganisaties van de multilaterale samenwerking » in de zin van artikel 9 van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking
7 APRIL 2000. - Koninklijk besluit tot vastlegging van de procedure en de modaliteiten voor het selecteren van de « internationale partnerorganisaties van de multilaterale samenwerking » in de zin van artikel 9 van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking, inzonderheid op artikel 9;
Gelet op de wet van 24 december 1999 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2000;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 februari 2000;
Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat voor het in werking treden van artikel 9 van de wet van 25 mei 1999 de procedure en de modaliteiten voor de selectie van de internationale partnerorganisaties van de multilaterale samenwerking dienen vastgelegd te worden, zodat de Belgische bijdragen voor het ononderbroken functioneren van deze partnerorganisaties en voor lopende projecten onverwijld kunnen uitbetaald worden;
Gelet op artikel 3 § 1 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken en van Onze Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Om vrijwillige en herhaalde bijdragen van de multilaterale samenwerking te ontvangen, zullen als « internationale partnerorganisaties van de mutilaterale samenwerking », hierna « IPMS » genoemd, in de zin van artikel 9 van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking, de internationale organisaties kunnen worden geslecteerd uit : - de gespecialiseerde intergouvernementele organisaties; - de fondsen en programma's van de Verenigde Naties; - de internationale onderzoeksinstellingen; - en het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRK); die beantwoorden aan de criteria opgesomd in artikel 9.
Art. 2.Om de internationale organisaties te selecteren, zal eveneens rekening worden gehouden met het performante karakter van hun werking, met hun functie van catalysator van het internationale ontwikkelingsbeleid of met hun normatieve functie en met hun katalysator-coördinatierol in hun actiedomeinen.
Art. 3.Teneinde een evaluatie van de aanwending van de bijdragen van de multilaterale samenwerking toe te laten, moeten de partnerorganisaties, in uitvoering van art. 9, 3° van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking, hun ontwikkelingsprogramma's hebben georganiseerd volgens een planningsmethode die internationaal erkend is.
Art. 4.Het lid van de regering dat de internationale samenwerking onder zijn bevoegdheid heeft, wordt ermee belast om het bedrag van de financiële bijdragen waarover elke « IPMS » zal kunnen beschikken, overeenkomstig artikel 9, vierde lid van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking, te bepalen.
Art. 5.Minstens éénmaal om de 4 jaar zal worden nagegaan of elke « IPMS » blijft beantwoorden aan de criteria zoals voorzien in de hierboven vermelde artikels 1 en 2, en dit nazicht zal gebeuren minstens één jaar voor het einde van elke periode waarvoor de « IPMS » een financiële bijdrage ontvangt.
Art. 6.Artikel 9 van de wet van 25 mei 1999 en dit besluit treden in werking op de dag van de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Art. 7.Het lid van de regering dat de internationale samenwerking onder zijn bevoegdheid heeft, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 april 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, E. BOUTMANS