Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 november 2016
gepubliceerd op 15 december 2016

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de gistfabrieken en de distilleerderijen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2016012190
pub.
15/12/2016
prom.
06/11/2016
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 NOVEMBER 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de gistfabrieken en de distilleerderijen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de gistfabrieken en de distilleerderijen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 november 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2015 Loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de gistfabrieken en de distilleerderijen (Overeenkomst geregistreerd op 22 februari 2016 onder het nummer 131568/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders tewerkgesteld in de gistfabrieken en de distilleerderijen. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Uurlonen

Art. 2.Op 1 januari 2016 gelden volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die geen zes maanden anciënniteit in de onderneming hebben, en dit ongeacht hun leeftijd :

38 urenweek (EUR)

37 urenweek (EUR)

38 heures/semaine (EUR)

37 heures/semaine (EUR)

Categorie I

13,24

13,56

Catégorie I

13,24

13,56

Categorie II

13,67

14,02

Catégorie II

13,67

14,02

Categorie III

14,21

14,48

Catégorie III

14,21

14,48


Art. 3.Op 1 januari 2016 gelden de volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die zes maanden anciënniteit in de onderneming tellen, en dit ongeacht hun leeftijd :

38 urenweek (EUR)

37 urenweek (EUR)

38 heures/semaine (EUR)

37 heures/semaine (EUR)

Categorie I

13,70

13,99

Catégorie I

13,70

13,99

Categorie II

14,18

14,48

Catégorie II

14,18

14,48

Categorie III

14,66

14,98

Catégorie III

14,66

14,98


Art. 4.De voorwaarde van zes maanden anciënniteit is ingevuld op de dag dat de som van alle tewerkstellingsperiodes, al dan niet onderbroken, bij eenzelfde werkgever in de loop van de laatste twee jaar minstens zes maanden bedraagt.

Onder "tewerkstellingsperiodes" dient men te verstaan : de periodes gedekt door : - alle arbeidsovereenkomsten, van welke aard ook, zelfs al wordt de uitvoering ervan geschorst; en/of - door een interimovereenkomst.

Commentaar bij artikel 4 : De partijen komen overeen dat deze periode van zes maanden opgebouwd kan worden door al dan niet onderbroken tewerkstellingsperiodes bij dezelfde werkgever in een referentieperiode van twee jaar. Eens deze voorwaarde van zes maanden is gerealiseerd, is die verworven voor alle latere periodes van tewerkstelling bij deze werkgever.

Art. 5.In afwijking op artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 2 vermelde minimumlonen :

Leeftijd

Percentage

Age

Pourcentage

18 jaar en ouder

90

18 ans et plus

90

17 jaar

80

17 ans

80

16 jaar

70

16 ans

70

15 jaar

60

15 ans

60


Commentaar bij artikel 5 : Deze minimumuurlonen van de jongere werklieden, tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, werden vastgelegd rekening houdend met de opleidingsperiode van toepassing op jonge arbeiders en het vergemakkelijken van de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt. HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 6.De bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minimumuurlonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011 tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid. HOOFDSTUK IV. - Premie voor nachtarbeid

Art. 7.Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 20 pct. wordt toegekend voor nachtarbeid.

Onder "nachtarbeid" wordt verstaan : de arbeidsuren verricht tussen 22 en 6 uur. HOOFDSTUK V. - Premie voor ploegenarbeid

Art. 8.Voor de arbeiders die in de ploegen van 6 tot 14 uur of van 14 tot 22 uur werken, wordt een loontoeslag van in het totaal 5 pct. voor de twee ploegen toegekend.

Deze toeslag bedraagt minstens 0,48 EUR per uur voor de arbeid geleverd in de morgenploeg en 0,54 EUR per uur voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg. HOOFDSTUK VI. - Geldigheid

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 18 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de gistfabrieken en de distilleerderijen, geregistreerd onder nummer 119842/CO/118.

Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2016. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.

Gunstiger regelingen die vóór de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 november 2016.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^