gepubliceerd op 09 november 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 februari 1981 houdende uitvoering van de Richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen
6 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 februari 1981 houdende uitvoering van de Richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1990, 5 april 1995, 4 augustus 1996 en 27 november 1996, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op Richtlijn 2006/119/EG van de Commissie van 27 november 2006 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 2001/56/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de verwarming van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 februari 1981 houdende uitvoering van de Richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen;
Gelet op het advies van de raadgevende commissie administratie-nijverheid gegeven op 22 mars 2007;
Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het feit dat men een nieuwe veroordeling van België, wegens niet-omzetting van deze Richtlijn binnen de voorgeschreven termijn, dient te vermijden;
Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De bijlage bij het koninklijk besluit van 26 februari 1981, houdende uitvoering van de Richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 augustus 1982, 2 maart 1987, 8 augustus 1988, 7 december 1988, 24 april 1990, 24 april 1991, 14 april 1993, 10 januari 1995, 7 oktober 1996, 10 augustus 1998, 26 juni 2000, 5 december 2000, 10 augustus 2001, 11 maart 2002, 30 december 2002, 26 februari 2003, 2 oktober 2003, 19 maart 2004, 28 mei 2004, 28 februari 2005, 30 november 2005, 15 februari 2006, 18 mei 2006, 25 september 2006 en 21 april 2007 wordt aangevuld met één lid, luidend als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de eerste maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 november 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT