Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 november 2007
gepubliceerd op 06 december 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, inzake specifieke maatregelen betreffende deeltijdse arbeid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007012690
pub.
06/12/2007
prom.
06/11/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, inzake specifieke maatregelen betreffende deeltijdse arbeid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de programmawet van 22 december 1989, inzonderheid op de artikelen 182 en 189;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, inzake specifieke maatregelen betreffende deeltijdse arbeid.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 november 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Programmawet van 22 december 1989, Belgisch Staatsblad van 30 december 1989.

Bijlage Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007 Specifieke maatregelen betreffende deeltijdse arbeid (Overeenkomst geregistreerd op 6 augustus 2007 onder het nummer 84179/CO/303.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen, die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de exploitatie van de bioscoopzalen, bepaald in artikel 2 en in artikel 4. HOOFDSTUK II. - Afwijkingen op de arbeidsduur voor de functies van kassier, operateur en onthaalpersoneel

Art. 2.Dit hoofdstuk houdt een afwijking in op de bepalingen van de programmawet van 22 december 1989 voor de werknemers die de functie vervullen van kassier, operateur en onthaalpersoneel.

Art. 3.Bij toepassing van artikel 182 van de programmawet van 22 december 1989, mag de wekelijkse arbeidsduur van de deeltijds tewerkgestelde werknemer die in het arbeidscontract is overeengekomen, lager liggen dan één derde van de wekelijkse arbeidsduur van de voltijds tewerkgestelde werknemers, die in de onderneming tot dezelfde categorie behoren.

Bij ontstentenis van voltijds tewerkgestelde werknemers die in de onderneming tot dezelfde categorie behoren, moet men zich houden aan de arbeidsduur die in dezelfde bedrijfssector van toepassing is.

De gemiddelde arbeidsduur van de in alinea 1 van het huidig artikel genoemde contracten wordt vastgesteld op jaarbasis en zulks per bedrijf naargelang de behoeften, waarbij een arbeidsduur van 50 uren op jaarbasis gewaarborgd blijft.

Het loon is verschuldigd op basis van de in de overeenkomst vastgelegde wekelijkse arbeidsduur.

Bij toepassing van artikel 189 van de programmawet van 22 december 1989, mag, in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, elke werkperiode korter zijn dan drie uren, zonder minder dan één niet onderbroken uur te bedragen. HOOFDSTUK III. - Afwijkingen op de arbeidsduur voor de functies van toonbankpersoneel

Art. 4.Dit hoofdstuk houdt een afwijking in op de bepalingen van de programmawet van 22 december 1989 voor de werknemers die de functie vervullen van toonbankpersoneel.

Art. 5.Bij toepassing van artikel 189 van de programmawet van 22 december 1989 mag elke werkperiode korter zijn dan drie uren, zonder minder dan één niet onderbroken uur te bedragen, voor zover dit het voorwerp heeft uitgemaakt van een discussie binnen de syndicale delegatie en er met de bevoegde regionale vakbondssecretarissen van de organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen een bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten die zal worden neergelegd bij de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, en goedgekeurd door het paritair subcomité. HOOFDSTUK IV. - Toeslag bij bijkomende prestaties

Art. 6.Overeenkomstig het artikel 6 van het koninklijk besluit van 25 juni 1990 tot gelijkstelling van sommige prestaties van deeltijds tewerkgestelde werknemers met overwerk en in afwijking op artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit, bij toepassing van een vast of een variabel werkrooster maar met inachtneming van een vaste wekelijkse arbeidsduur, moeten alle bijkomende prestaties die in de loop van een maand worden verricht, worden betaald met een toeslag met uitzondering van de eerste twintig uren per kalendermaand, op voorwaarde dat de volgende voorwaarden worden gerespecteerd : - de toestemming van de werknemer; - aanwezigheid van een syndicale afvaardiging; - controle door en info aan de syndicale afvaardiging.

Als die voorwaarden niet worden gerespecteerd, is de overurentoeslag verschuldigd voor bijkomende prestaties die een krediet van 12 uur per kalendermaand overschrijden, overeenkomstig het artikel 3 van het koninklijk besluit waarvan sprake hierboven. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 2003 (koninklijk besluit van 8 oktober 2004 - Belgisch Staatsblad van 21 november 2004), gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, inzake specifieke maatregelen betreffende deeltijdse arbeid in het kader van de programmawet van 22 december 1989.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009.

Zij is gesloten voor een onbepaalde duur.

Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij worden herzien of opgezegd met een opzeggingstermijn van drie maanden. Deze opzegging moet per aangetekende brief worden gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen en aan de ondertekenende partijen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 november 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^