gepubliceerd op 10 mei 2010
Koninklijk besluit tot aanpassing van de lijst van ondernemingen onderworpen aan de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme
6 MEI 2010. - Koninklijk besluit tot aanpassing van de lijst van ondernemingen onderworpen aan de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, artikel 37, § 4, ingevoegd bij de wet van 18 januari 2010;
Gelet op het advies van de Cel voor financiële informatieverwerking, gegeven op 25 maart 2010;
Gelet op het advies van de Commissie voor het Bank-, Financie-, en Assurantiewezen, gegeven op 16 februari 2010;
Gelet op advies 47.952/2 van de Raad van State, gegeven op 29 maart 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat artikel 92 van Richtlijn 2007/64/EG van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG, bijlage I bij voornoemde Richtlijn 2006/48/EG van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen, heeft gewijzigd;
Overwegende dat dit voor gevolg heeft dat het toepassingsgebied ratione personae van Richtlijn 2005/60/EG van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, wordt uitgebreid tot de instellingen die de werkzaamheid verrichten die erin bestaat betalingsdiensten te verstrekken als omschreven in artikel 4, punt 3 van voornoemde Richtlijn 2007/64/EG;
Overwegende dat de artikelen 4, 8° en 6 van de wet van 21 december 2009 betreffende het statuut van de betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen een nieuwe categorie van financiële ondernemingen beogen, zijnde de betalingsinstellingen; Dat het betalingsinstellingen toegelaten is de werkzaamheid uit te oefenen die erin bestaat betalingsdiensten aan te bieden, zoals aangegeven in bijlage I bij voornoemde wet van 21 december 2009; Dat voornoemde wet op 1 november 2009 in werking is getreden en dat deze ondernemingen dan ook dringend dienen onderworpen te worden aan de verplichtingen ter bestrijding van witwassen van geld en financiering van terrorisme, bepaald in wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme;
Overwegende dat de Koning, krachtens artikel 37 § 4 van voornoemde wet van 11 januari 1993, de toepassing van een deel of van alle bepalingen van deze wet kan uitbreiden tot categorieën van ondernemingen of personen die niet zijn opgesomd in de artikelen 2, § 1, 3 en 4 en waarvan blijkt dat hun activiteiten kunnen worden gebruikt voor het witwassen van geld of de financiering van terrorisme;
Op de voordracht van de Minister van Financiën en de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van artikel 91, punt 1), van richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van richtlijn 97/5/EG.
Art. 2.In artikel 2, § 1, van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, vervangen bij de wet van 18 januari 2010, wordt de bepaling onder 4°ter ingevoegd, luidende : « 4°ter. de betalingsinstellingen bedoeld in artikel 4, 8°, van de wet van 21 december 2009 betreffende het statuut van de betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen; ».
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.De minister bevoegd voor Justitie en de minister bevoegd voor Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 mei 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Justitie, S. DE CLERCK