gepubliceerd op 01 juni 1999
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 14bis, § 2, tweede lid, van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld
6 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 14bis, § 2, tweede lid, van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld, inzonderheid op artikel 14bis, § 2, tweede lid, ingevoegd bij artikel 17 van de wet van 10 augustus 1998 tot wijziging van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs;
Gelet op het advies van de Cel voor financiële informatieverwerking, gegeven op 8 april 1999;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de goede werking van het preventief anti-witwasstelsel ernstige hinder zou ondervinden indien de uitbaters van casino's niet spoedig op de hoogte worden gesteld van de lijst van objectieve meldingscriteria;
Overwegende dat uitbaters van casinospelen krachtens artikel 14bis, § 2, eerste lid, van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld, verplicht zijn elke verrichting, waarvan zij weten of vermoeden dat deze verband houdt met het witwassen van geld, onmiddellijk te melden aan de Cel voor financiële informatieverwerking;
Overwegende dat het voor de uitbaters van casino's aangewezen is om de melding niet uitsluitend te steunen op een subjectieve beoordeling, maar daarenboven op een lijst van objectieve criteria die toelaat de verrichtingen te ohnderscheiden die zich bijzonder lenen voor witwassen; dat krachtens artikel 14bis, § 2, tweede lid, van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld de Koning de lijst van objectieve criteria, op advies van de Cel voor financiële informatieverwerking, opstelt;
Overwegende dat er onduidelijkheid blijkt te heersen over de te melden verrichtingen, met het gevolg dat de Cel voor financiële informatieverwerking nog geen enkele melding vanwege de uitbaters van casino's mocht ontvangen sinds de inwerkingtreding van de wet van 10 augustus 1998 tot wijziging van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - « wet » : de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld; - « casino's » : de uitbaters van casinospelen zoals bedoeld in artikel 2bis, 5° van de wet; - « verrichting » : de uitvoering van, of poging tot de uitvoering van een financiële handeling in verband met het spel, ongeacht of zij in één keer wordt uitgevoerd of in verscheidene keren, waartussen een verband blijkt te bestaan, waarvan de Cel voor financiële informatieverwerking, krachtens artikel 14bis, § 2, tweede lid van de wet onmiddellijk op de hoogte moet worden gebracht.
Art. 2.De in artikel 14bis, § 2, tweede lid van de wet bedoelde verrichtingen zijn : 1° aan- of verkoop van speelpenningen door een cliënt gepaard gaande met of voorafgegaan door het gebruik van valse identiteitsstukken, van een alias of van eender welk middel waardoor zijn identificatie bemoeilijkt wordt;2° verkoop of omruiling door een cliënt van speelpenningen voor een bedrag van 1 000 EUR of méér, afkomstig van andere casino's;3° aankoop van speelpenningen door een cliënt voor een bedrag van 10 000 EUR of méér tegen betaling in speciën of door middel van een bank- of kredietkaart;4° aankoop van speelpenningen door een cliënt voor een bedrag van 2 500 EUR of méér tegen buitenlandse deviezen;5° verkoop van speelpenningen door een cliënt voor een bedrag van 2 500 EUR of méér tegen één of méér cheques of overschrijvingen;6° aankoop van speelpenningen door een cliënt voor een bedrag dat buiten verhouding staat met zijn gekende financiële toestand;7° verkoop van speelpenningen door een cliënt, wanneer het spelgedrag van deze cliënt niet in overeenstemming te brengen is met een normaal spelpatroon en het winstoogmerk blijkbaar afwezig of ondergeschikt is;8° het in bewaring geven door een cliënt van speciën, cheques of andere waarden voor een bedrag van 2 500 EUR of méér;9° uitbetaling van speelpenningen op verzoek van een cliënt aan een derde;10° uitbetaling van speelpenningen waarbij de cliënt om een betalingsbewijs verzoekt;11° regelmatige aan- of verkoop van speelpenningen door een cliënt onder bovengemelde grensbedragen, waarbij aanleiding is te veronderstellen dat deze daarmee melding wil voorkomen.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Ministers van Justitie en van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 mei 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR