gepubliceerd op 14 april 2020
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 september 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de verhoging van het quotum overuren
6 MAART 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 september 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de verhoging van het quotum overuren (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de betonindustrie;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 september 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de verhoging van het quotum overuren.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 maart 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de betonindustrie Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 september 2019 Verhoging van het quotum overuren (Overeenkomst geregistreerd op 15 oktober 2019 onder het nummer 154457/CO/106.02)
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de betonindustrie (PSC 106.02).
Onder "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters.
Art. 2.Onderwerp Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van de wet van 17 augustus 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/08/2013 pub. 29/08/2013 numac 2013204494 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, ministerie van landsverdediging, buitenlandse zaken, buite,landse handel en ontwikkelingssamenwerking, economie, k.m.o., middenstand en energie, sociale zekerheid, binnenlandse zaken, justitie, budget en beheerscontrole, overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst financien Wet betreffende de modernisering van het arbeidsrecht en houdende diverse bepalingen sluiten (Belgisch Staatsblad van 29 augustus 2013) betreffende de modernisering van het arbeidsrecht en houdende diverse bepalingen en in uitvoering van het koninklijk besluit van 11 september 2013 tot vaststelling van de onderhandelingsprocedures voor het verhogen van de interne grens van de arbeidsduur die in de loop van een referteperiode moet worden nageleefd en van het quotum overuren waarvoor de werknemer kan afzien van de inhaalrust in toepassing van artikel 26bis, § 1bis en § 2bis van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten (Belgisch Staatsblad van 19 september 2013).
Art. 3.Interne grens : inhaalrust De interne grens van de arbeidsduur die per kalenderjaar moet worden nageleefd, bedraagt 143 uren.
Art. 4.Afzien van inhaalrust Het quotum overuren gepresteerd overeenkomstig artikel 25 (buitengewone vermeerdering van werk) of artikel 26, § 1, 3° (werken vereist door een onvoorziene noodzakelijkheid) van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, waarvoor de arbeider kan afzien van de inhaalrust, wordt verhoogd tot maximum 143 uren per kalenderjaar (cfr. artikel 26bis, § 2bis, alinea 3 van de arbeidswet; artikel 7 van het koninklijk besluit).
De uren die niet worden ingehaald, zullen volledig worden uitbetaald in de maand waarin het overwerk wordt uitgevoerd.
De arbeider moet deze keuze hebben bekendgemaakt vooraleer de betaalperiode, tijdens welke de betreffende prestaties werden verricht, verstreken is.
De ondernemingen bepalen zelf op welke wijze de arbeiders hun keuze dienen bekend te maken bij de personeelsdienst of enige andere dienst die zou instaan voor de verwerking van de loongegevens.
Art. 5.De geldende informatie- en toelatingsprocedures van artikelen 25 en 26, § 1, 3° van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten dienen minutieus te worden nageleefd.
De werkgever dient meer bepaald vooraf het akkoord van de syndicale afvaardiging en de toelating van de bevoegde ambtenaar van de Algemene Directie toezicht op de sociale wetten te krijgen, wanneer er overuren wegens een buitengewone vermeerdering van werk moeten worden gepresteerd.
Voor overuren gepresteerd in het kader van een onvoorziene noodzakelijkheid, is het voorafgaand akkoord van de syndicale afvaardiging vereist, of indien men in de onmogelijkheid is om het akkoord te vragen, is de mededeling achteraf noodzakelijk.
De bevoegde ambtenaar van de Algemene Directie toezicht op de sociale wetten wordt in beide gevallen ingelicht.
Art. 6.Ten gevolge van deze wijziging inzake overuren, dient de onderneming waarvan de arbeiders overuren presteren, jaarlijks een rapport op te maken waarin minstens volgende gegevens worden opgenomen : - Het totaal aantal gepresteerde overuren op jaarbasis; - Het totaal aantal overuren dat werd uitbetaald; - Het totaal aantal overuren dat werd ingehaald.
Dit rapport wordt overhandigd aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis van een ondernemingsraad aan de syndicale afvaardiging.
Bij ontstentenis van een syndicale afvaardiging moet het rapport door het personeel kunnen worden geraadpleegd. Het bericht met verwijzing naar de plaats waar dit rapport kan worden geraadpleegd, moet worden aangeplakt op een zichtbare en toegankelijke plaats.
De ondernemingen zonder ondernemingsraad of syndicale afvaardiging, sturen eveneens een kopie van dit jaarlijkse rapport ter informatie aan de voorzitter van het paritair subcomité.
Art. 7.Bij onenigheid of moeilijkheden in de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, zal de geschillencommissie van de sector zich uitspreken nadat de meest gerede partij dit bij haar aanhangig maakte.
De geschillencommissie zal binnen de maand die volgt op deze vraag haar advies aan de werkgever en betrokken arbeiders of hun vertegenwoordigers mededelen.
Art. 8.Geldigheidsduur Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2019 en treedt buiten werking op 30 juni 2021.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 maart 2020.
De Minister van Werk, N. MUYLLE