Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 juli 2009
gepubliceerd op 28 juli 2009

Koninklijk besluit tot vaststelling, voor de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2009202878
pub.
28/07/2009
prom.
06/07/2009
ELI
eli/besluit/2009/07/06/2009202878/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 JULI 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen (PSC 148.01) ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, artikel 51, § 1, vervangen bij de wet van 30 december 2001;

Gelet op het advies van het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen, gegeven op 14 mei 2009;

Overwegende dat de regeling van gedeeltelijke arbeid, die minder dan drie arbeidsdagen per week of minder dan één arbeidsweek per twee weken omvat, ten gevolge van uitzonderlijke omstandigheden onvermijdelijk voor een langere duur dan drie maanden moet kunnen ingevoerd worden voor de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen ressorteren;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat in een klimaat van recessie, de economische toestand is achteruitgegaan, in het bijzonder voor de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen ressorteren;

Dat deze ondernemingen een heel sterke daling in de orderportefeuille ondervinden en derhalve van hun activiteiten;

Overwegende dat het onmogelijk is om op korte termijn de evolutie van de crisis te voorspellen en dus de eventuele herneming van de activiteiten;

Overwegende dat de huidige economische toestand het spoedig verlengen van een regeling van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden en een regeling van gedeeltelijke arbeid voor werklieden rechtvaardigt voor de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen ressorteren.

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen ressorteren.

Art. 2.Bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken kan de uitvoering van de overeenkomst ten hoogste vier weken geheel worden geschorst of kan een regeling van gedeeltelijke arbeid worden ingevoerd. Wanneer de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst de maximumduur van vier weken heeft bereikt, moet de werkgever gedurende een volledige arbeidsweek de regeling van volledige arbeid opnieuw invoeren, alvorens een nieuwe volledige schorsing of een regeling van gedeeltelijke arbeid kan ingaan.

Art. 3.De regeling van gedeeltelijke arbeid kan voor een duur van ten hoogste zes maanden worden ingevoerd, indien zij minder dan drie arbeidsdagen per week of minder dan één arbeidsweek per twee weken omvat.

Wanneer de regeling van gedeeltelijke arbeid de maximumduur van zes maanden heeft bereikt, moet de werkgever gedurende een volledige arbeidsweek de regeling van volledige arbeid opnieuw invoeren, alvorens een volledige schorsing of een nieuwe regeling van gedeeltelijke arbeid kan ingaan.

Wanneer de regeling van gedeeltelijke arbeid ten minste drie arbeidsdagen per week of één arbeidsweek per twee weken omvat, kan zij worden ingevoerd voor een duur die zes maanden kan overschrijden.

Art. 4.Van de in de artikelen 2 en 3 geboden mogelijkheid mag enkel gebruik worden gemaakt, mits kennisgeving wordt gedaan door aanplakking op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming, ten minste zeven dagen vooraf, de dag van de aanplakking niet inbegrepen.

De aanplakking kan worden vervangen door een geschreven kennisgeving aan iedere werkloos gestelde werkman, ten minste zeven dagen vooraf, de dag van de kennisgeving niet inbegrepen.

Art. 5.Met toepassing van artikel 51, § 1, vijfde lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, vermeldt de in artikel 4 bedoelde kennisgeving de datum waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst of de regeling van gedeeltelijke arbeid ingaat, de datum waarop die schorsing of die regeling een einde neemt en de data waarop de werklieden werkloos gesteld worden.

Art. 6.Met toepassing van artikel 51, § 1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, vermeldt de in artikel 4 bedoelde kennisgeving hetzij de naam, de voornamen en het adres van de werkloos gestelde werklieden, hetzij de afdeling(en) van de onderneming waar de arbeid wordt geschorst.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 14 mei 2009 en treedt buiten werking op 1 april 2010.

Art. 8.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 juli 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke kansen, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 30 december 2001, Belgisch Staatsblad van 31 december 2001.

^