gepubliceerd op 17 juli 1998
Koninklijk besluit tot verlenging van het Interdepartementaal begrotingsfonds ter bevordering van de werkgelegenheid
6 JULI 1998. - Koninklijk besluit tot verlenging van het Interdepartementaal begrotingsfonds ter bevordering van de werkgelegenheid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 25 van 24 maart 1982 tot opzetting van een programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet-commerciële sector, inzonderheid op hoofdstuk II : Interdepartementaal begrotingsfonds ter bevordering van de werkgelegenheid, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 255 van 31 december 1983, bij de wet van 31 juli 1984, bij de wet van 1 augustus 1985, bij het koninklijk besluit nr. 473 van 28 oktober 1986 en bij het koninklijk besluit nr. 493 van 31 december 1986;
Gelet op de bijzondere wet van 6 juli 1989 betreffende het Interdepartementaal begrotingsfonds ter bevordering van de werkgelegenheid;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 16 juni 1998;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het noodzakelijk is de instellingen en diensten van de sociale sector zo spoedig mogelijk op de hoogte te brengen van de verlenging van het programma ter bevordering van de werkgelegenheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het Inderdepartementaal begrotingsfonds, ingesteld bij artikel 5 van het koninklijk besluit nr. 25 van 24 maart 1982 tot opzetting van een programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet-commerciële sector, gewijzigd bij de herstelwet van 31 juli 1984, bij de bijzondere wet van 6 juli 1989, bij het koninklijk besluit nr. 493 van 31 december 1986 en bij de koninklijke besluiten van 17 april 1991, 19 juni 1992, 3 mei 1993, 21 juni 1994, 7 april 1995, 12 juli 1996 en 16 juli 1997 wordt verlengd tot en met 30 juni 2000.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1998.
Art. 3.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 juli 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Koninklijk besluit nr.25 van 24 maart 1982, Belgisch Staatsblad van 26 maart 1982.
Wet van 6 juli 1989, Belgisch Staatsblad van 28 juli 1989.
Koninklijk besluit nr. 255 van 31 december 1983, Belgisch Staatsblad van 21 januari 1984.
Wet van 1 augustus 1985, Belgisch Staatsblad van 6 augustus 1985.
Koninklijk besluit nr. 473 van 28 oktober 1986, Belgisch Staatsblad van 20 november 1986.
Koninklijk besluit nr. 493 van 31 december 1986, Belgisch Staatsblad van 23 januari 1987.
Koninklijk besluit van 17 april 1991, Belgisch Staatsblad van 8 mei 1991.
Koninklijk besluit van 17 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 16 juli 1992.
Koninklijk besluit van 3 mei 1993, Belgisch Staatsblad van 10 juni 1993.
Koninklijk besluit van 21 juni 1994, Belgisch Staatsblad van 4 augustus 1994.
Koninklijk besluit van 7 april 1995, Belgisch Staatsblad van 18 mei 1995.
Koninklijk besluit van 12 juli 1996, Belgisch Staatsblad van 26 september 1996.
Koninklijk besluit van 16 juli 1997, Belgisch Staatsblad van 23 augustus 1997.