Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 februari 2006
gepubliceerd op 17 februari 2006

Koninklijk besluit waarbij aan de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf de toelating wordt verleend om sommige leerlingen-stagiairs 's nachts en/of op zondag tewerk te stellen (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006012036
pub.
17/02/2006
prom.
06/02/2006
ELI
eli/besluit/2006/02/06/2006012036/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 FEBRUARI 2006. - Koninklijk besluit waarbij aan de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf (PC 304) de toelating wordt verleend om sommige leerlingen-stagiairs 's nachts en/of op zondag tewerk te stellen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel 32, § 2, en artikel 34bis, § 1, derde en vierde lid, ingevoegd bij de wet van 17 februari 1997;

Gelet op de aanvraag die op 11 oktober 2005 bij het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf is ingediend en gelet op het feit dat geen advies is verstrekt binnen de termijn voorgeschreven in artikel 47, derde lid van de arbeidswet van 16 maart 1971;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel 47, derde lid;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de werkgevers van de sector van het vermakelijkheidsbedrijf onverwijld op de hoogte moeten worden gebracht van de wijziging van de bepalingen inzake nachtarbeid en zondagarbeid voor jeugdige werknemers die binnen deze sector gelden, waarbij in bepaalde gevallen en binnen bepaalde grenzen de mogelijkheid wordt geboden om leerlingen-stagiairs in het kader van een leerlingenstage 's nachts en/of op zondag tewerk te stellen;

Dat de betrokken instanties en onderwijsinstellingen onverwijld op de hoogte moeten worden gebracht van de aldus toegestane afwijkingen op het verbod van nachtarbeid en het verbod van zondagarbeid, teneinde de nodige praktische schikkingen te kunnen treffen voor de organisatie van de leerlingenstages binnen de betrokken studierichtingen voor het lopende schooljaar 2005-2006;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het vermakelijkheidsbedrijf ressorteren en op de leerlingen-stagairs die door hen in het kader van de bij artikel 2 bedoelde stage worden tewerkgesteld.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder « leerlingen-stagairs » : de leerlingen die 15 jaar of ouder zijn, die niet meer onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht en die ingeschreven zijn in het Nederlandstalig voltijds secundair onderwijs, welke tijdelijk in een onderneming worden tewerkgesteld in het kader van een stage die voorzien wordt in het leerprogramma van de studierichting die zij volgen.

Art. 3.De bij artikel 1 bedoelde werkgevers mogen de leerlingen-stagiairs in het kader van de bij artikel 2 bedoelde stage tot 23 uur tewerkstellen, evenals gedurende zes zondagen per schooljaar, onder de bij de artikelen 32, § 3, en 33, § 2, van de arbeidswet van 16 maart 1971 bepaalde voorwaarden, voorzover het leerlingen betreft van het eerste en tweede leerjaar van de derde graad van het technisch secundair onderwijs, studierichting podiumtechnieken.

De bij het eerste lid bepaalde afwijking van de grenzen van het verbod op nachtarbeid is enkel van toepassing op de leerlingen-stagiairs ouder dan 16 jaar.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 februari 2006.

ALBERT Par le Roi : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971. Wet van 17 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 8 april 1997.

^