gepubliceerd op 09 januari 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de inning van een bijdrage voor het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sociale werkplaatsen" erkend door de Vlaamse Gemeenschap, bestemd voor de opleiding en vorming van risicogroepen
6 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de inning van een bijdrage voor het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sociale werkplaatsen" erkend door de Vlaamse Gemeenschap, bestemd voor de opleiding en vorming van risicogroepen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 2002 tot oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sociale werkplaatsen" en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 februari 2003;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de inning van een bijdrage voor het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sociale werkplaatsen" erkend door de Vlaamse Gemeenschap, bestemd voor de opleiding en vorming van risicogroepen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 december 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 14 februari 2003, Belgisch Staatsblad van 19 mei 2003.
Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2004 Inning van een bijdrage voor het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sociale werkplaatsen" erkend door de Vlaamse Gemeenschap, bestemd voor de opleiding en vorming van risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 1 maart 2005 onder het nummer 74053/CO/327)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de sociale werkplaatsen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, die erkend zijn door de Vlaamse Gemeenschap.
Met de "werknemers" wordt bedoeld : zowel arbeiders- als bediendepersoneel.
Art. 2.In uitvoering van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 2002 tot oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid voor de sociale werkplaatsen", geregistreerd onder het nummer 63383/CO/327, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 februari 2003 (Belgisch Staatsblad 19 mei 2003) wordt er een inning van een werkgeversbijdrage van 0,10 pct. op de brutolonen aan 108 pct. van de werknemers uit de betrokken sector, vastgelegd.
Dit bedrag wordt geïnd via de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2005 en treedt buiten werking op 31 december 2006.
Hij wordt afgesloten onder de opschortende voorwaarde dat het juridisch kader niet gewijzigd wordt.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 december 2005.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN