6 DECEMBER 2000. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een maandelijkse forfaitaire toelage aan de gerechtelijke technische assistenten van de parketten en aan de personeelsleden van de griffies en de parketsecretariaten die belast zijn met het besturen van wagens bestemd voor het vervoer van personen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 185, eerste lid, gewijzigd bij de wetten van 15 juli 1970 en 17 februari 1997, en op artikel 380, gewijzigd bij de wetten van 15 juli 1970, 17 februari 1997, 20 mei 1997 en 12 april 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 januari 1975 betreffende de toekenning van een maandelijkse forfaitaire toelage aan de auto-bestuurders-mecaniciens speciaal toegevoegd aan de gerechtelijke officieren bij de parketten;

Gelet op het protocol nr. 208 houdende de besluiten van de onderhandelingen van Sectorcomité III - Justitie, op datum 6 november 2000;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 juni 1999;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 februari 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 25 januari 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat sommige personeelsleden, waarop deze maatregelen van toepassing zijn, op 1 januari 2001 zullen overgaan naar het administratief en logistiek kader van de federale politie;

Overwegende dat deze personeelsleden zullen onderworpen zijn aan de bepalingen die het statuut of de rechtspositie van de leden van het administratief kader van de federale en van de lokale politie vastleggen, tenzij zij beslissen onderworpen te blijven aan de bepalingen die van toepassing zijn op het statutaire en contractuele personeel van de parketten;

Overwegende dat derhalve de aanhechting van de toelage verbonden aan de geschrapte graad van autobestuurder-mecanicien aan de nieuwe graad van gerechtelijk technisch assistent, onverwijld dient te worden bevestigd;

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een maandelijkse forfaitaire toelage van 5 156 frank wordt toegekend aan : a) de gerechtelijke technische assistenten van de parketten;b) de personeelsleden van de griffies en van de parketsecretariaten, met inbegrip van degene die een bijzondere graad bekleden ingesteld overeenkomstig artikel 185, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, die belast zijn met het besturen van wagens bestemd voor het vervoer van personen, voor zover de weddeschaal die gebonden is aan hun graad, behoort tot de niveaus 3 of 4, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries. Dit besluit is van toepassing op de personen bedoeld in het eerste lid die benoemd zijn alsook op degene die bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen zijn.

Art. 2.De personeelsleden bedoeld in artikel 1, b), die belast zijn met het besturen van wagens bestemd voor het vervoer van personen ter vervanging van een titularis, genieten, voor zover deze vervanging zich uitstrekt op een periode van ten minste vijf werkdagen, de toelage bedoeld in artikel 1 tijdens die periode.

Art. 3.Bij onvolledige prestaties of bij prestaties die geen volledige maand omvatten, wordt de maandelijkse toelage bedoeld in artikel 1 naar rata van de geleverde dienstprestaties uitbetaald.

In geval van onderbreking van de ambtsuitoefening, alleen verschuldigd als die onderbreking niet langer duurt dan dertig werkdagen en voor het personeelslid geen verlies van zijn recht op wedde meebrengt.

Art. 4.De maandelijkse toelage bedoeld in artikel 1 wordt tegelijk met de wedde vereffend.

De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel van de ministeries, geldt eveneens voor deze toelage.

Zij wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01.

Art. 5.Het koninklijk besluit van 10 januari 1975 betreffende de toekenning van een maandelijkse forfaitaire toelage aan de autobestuurders-mecaniciens speciaal toegevoegd aan de gerechtelijke officieren bij de parketten, wordt opgeheven.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 7.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 december 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN