gepubliceerd op 20 september 2001
Koninklijk besluit betreffende de samenstelling van de paritaire comités bij De Post en Belgacom
5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit betreffende de samenstelling van de paritaire comités bij De Post en Belgacom
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op de artikelen 30 en 49, § 3, eerste lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 1991 tot oprichting van paritaire comités bij de Regie der Luchtwegen, de Regie der Posterijen en de Regie van Telegrafie en Telefonie;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 mei 2000 tot vaststelling van de datum van de vernieuwing van het paritair comité bij De Post;
Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 27 april 2001 Gelet op het advies van het comité overheidsbedrijven, gegeven op 6 juni 2001 Gelet op het besluit van de Ministerraad van 11 mei 2001 over het verzoek om advies door de Raad van State binnen een termijn van één maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 11 juli 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° "autonoom overheidsbedrijf" : het autonoom overheidsbedrijf De Post en het autonoom overheidsbedrijf Belgacom;2° "commissie" : de commissie bedoeld in artikel 14, § 1, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;3° datum van de vernieuwing van het paritair comité : 1 december volgend op elke zesjaarlijkse periode, bedoeld in artikel 30, § 5, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, daar de eerste periode is ingegaan op 1 december 1996;
Art. 2.Het paritair comité opgericht bij elk autonoom overheidsbedrijf telt achttien leden.
Art. 3.Uiterlijk een maand vóór 1 januari van het jaar waarin het paritair comité wordt vernieuwd, vraagt de voorzitter van de commissie, bij een ter post aangetekende brief, aan elke vakorganisatie die in het paritair comité van een autonoom overheidsbedrijf zetelt of verzocht heeft daarin te zetelen, een lijst op van haar bijdrageplichtige leden die tot het personeel van het betreffende bedrijf behoren.
Binnen vijftien dagen na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde brief zenden de vakorganisaties de in het eerste lid bedoelde lijst toe aan de voorzitter van de commissie.
De vakorganisaties zijn ertoe gehouden aan de commissie alle inlichtingen mee te delen die nodig zijn voor haar opdracht.
Art. 4.Het aantal leden waarop elke representatieve vakorganisatie aanspraak kan maken, wordt als volgt berekend.
Er wordt een kiesdeler vastgesteld door het totale aantal bijdrageplichtige leden van alle representatieve vakorganisaties te delen door het totale aantal vertegenwoordigers van de representatieve vakorganisaties in het paritair comité.
Vervolgens wordt het aantal bijdrageplichtige leden van elke representatieve vakorganisatie gedeeld door deze kiesdeler. Het aldus verkregen quotiënt geeft het aantal vertegenwoordigers van deze vakorganisatie in het paritair comité aan.
Indien deze berekening tot een lager aantal vertegenwoordigers leidt dan het aantal vastgesteld in artikel 2, wordt het aantal overblijvende zetels verdeeld in verhouding tot de grootte van de rest van de in het tweede lid bedoelde breuk.
Art. 5.De voorzitter van de commissie deelt uiterlijk 1 maand voor de datum van de vernieuwing aan de voorzitter van de raad van bestuur van elk autonoom overheidsbedrijf en aan elke representatieve vakorganisatie, bij een ter post aangetekende brief, het aantal leden mee waarop elke representatieve vakorganisatie aanspraak kan maken.
Art. 6.Binnen acht dagen na het verzenden van de brief bedoeld in artikel 5, delen de representatieve vakorganisaties aan de voorzitter van de raad van bestuur van elk autonoom overheidsbedrijf, bij een ter post aangetekende brief, de namen mee van de vertegenwoordigers die zij als werkende en als plaatsvervangende leden van het paritaire comité voordragen.
Art. 7.De kosten van de verrichtingen bedoeld in dit besluit zijn ten laste van het betrokken autonoom overheidsbedrijf.
Art. 8.Het koninklijk besluit van 24 mei 2000 tot vaststelling van de datum van de vernieuwing van het paritair comité bij De Post wordt ingetrokken.
Art. 9.Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 september 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS