5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 april 1993 betreffende de samenstelling en de werking van de Commissie voor de Mededinging

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 1 juli 1999, inzonderheid op artikel 22;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 april 1993 betreffende de samenstelling en de werking van de Commissie voor de Mededinging, inzonderheid op artikel 6, tweede lid;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de vernieuwing van telkens een derde van haar leden en de trage procedure voor deze vernieuwing tot gevolg hebben dat de Commissie voor de Mededinging zich in een aanhoudende beweging van vernieuwingen bevindt en derhalve nooit volledig samengesteld raakt, wat de uitoefening van de aan haar toevertrouwde taken ernstig belemmert; dat dit bijzonder schadelijk is omdat dit adviesorgaan zich moet uitspreken over ontwerpen van wet of besluiten met toepassing van de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 1 juli 1999;

Gelet op het advies van de Raad van State, nr. 31.314/1, gegeven op 12 maart 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 6, tweede lid, van het koninklijk besluit van 30 april 1993 betreffende de samenstelling en de werking van de Commissie voor de Mededinging wordt opgeheven.

Art. 2.Het mandaat van de werkende en plaatsvervangende leden van de Commissie voor de Mededinging wordt beëindigd op de dag van inwerkingtreding van huidig besluit.

Art. 3.Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Ch. PICQUE