gepubliceerd op 07 januari 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het « Sociaal Fonds voor de inplanting en het onderhoud van parken en tuinen »
5 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het « Sociaal Fonds voor de inplanting en het onderhoud van parken en tuinen » (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958, betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 oktober 1976, inzonderheid op artikel 9, laatst gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 juni 1998;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het « Sociaal Fonds voor de inplanting en het onderhoud van parken en tuinen ».
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 5 november 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001 Vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het « Sociaal Fonds voor de inplanting en het onderhoud van parken en tuinen » (Overeenkomst geregistreerd op 23 augustus 2001 onder het nummer 58609/CO/145) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.De collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf en waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het aanleggen en onderhouden van parken en tuinen en op de door deze werkgevers tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Werkgeversbijdragen
Art. 2.In toepassing van artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 oktober 1976, wordt de werkgeversbijdrage aan het « Sociaal Fonds voor de inplanting en het onderhoud van parken en tuinen » voor de in artikel 1 bedoelde werkgever als volgt vastgesteld : - vanaf 1 juli 2001 : 10,35 pct. van de loonmassa, met inbegrip van de 0,30 pct. voor de risicogroepen.
Art. 3.De in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene bijdrage wordt geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en dit overeenkomstig artikel 11 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976. HOOFDSTUK III. - Geldigheid
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2001 en is gesloten voor een onbepaalde duur.
Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd met een opzegging van ten minste drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 november 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX