gepubliceerd op 15 januari 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei en 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen
5 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei en 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei en 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 5 november 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei en 24 juni 1999 Sectoraal brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 28 oktober 1999 onder het nummer 52853/CO/130)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst « Sectoraal brugpensioen » van 17 december 1998.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf en op de werknemers en werkneemsters, hierna « werknemers » genoemd, tewerkgesteld in deze ondernemingen, met uitsluiting van de werkgevers en/of de arbeiders die onder de toepassing vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Belgische dagbladen, afgesloten op 25 oktober 1995 in het voornoemd paritair comité en neergelegd ter Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen onder het nummer 42115/CO/130.
Art. 2.De leeftijdsgrens voor het sectoraal brugpensioen dat werd ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 1985 (koninklijk besluit van 4 juli 1985), verlengd voor de jaren 1987 en 1988 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1987 (koninklijk besluit van 10 september 1987), voor de jaren 1989 en 1990 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1988 (koninklijk besluit van 8 maart 1989), voor de jaren 1991, 1992 en 1993 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 1991 (koninklijk besluit van 23 september 1992), voor de jaren 1994, 1995 en 1996 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 1993 (koninklijk besluit van 25 maart 1994) en voor de jaren 1997 en 1998 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 1997, wordt door deze collectieve arbeidsovereenkomst behouden op 58 jaar tot op 31 december 2000.
Art. 3.Vanaf 1 januari 1999 wordt de financiering van de brugpensioensregimes gewaarborgd door een bijdrage van 1,25 pct. van de loonmassa van de ondernemingen die tenminste 10 werknemers tewerkstellen en door een bijdrage van 0,6 pct. van de loonmassa van de ondernemingen die minder dan 10 werknemers tewerkstellen. De ondertekenende partijen zullen tijdens de geldigheid van de huidige overeenkomst de bijdragevoeten die noodzakelijk zijn, kunnen aanpassen en beslissen over de toewijzing van het saldo aan sociale en professionele vorming.
De raad van beheer van het fonds voor bestaanszekerheid « Aanvullende Pensioenkas » zal de praktische modaliteiten vastleggen.
Art. 4.Inzake de vervanging van bruggepensioneerden zijn enkel de wettelijke bepalingen van toepassing.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en treedt buiten werking op 31 december 2000.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 november 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX