Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 mei 2025
gepubliceerd op 16 mei 2025

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2025, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de arbeidsvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2025003109
pub.
16/05/2025
prom.
05/05/2025
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 MEI 2025. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeids overeenkomst van 19 februari 2025Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 19/02/2025 pub. 12/05/2025 numac 2025002939 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de arbeidsvoorwaarden (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeids overeenkomst van 19 februari 2025Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 19/02/2025 pub. 12/05/2025 numac 2025002939 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 mei 2025.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, D. CLARINVAL _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeids overeenkomst van 19 februari 2025Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 19/02/2025 pub. 12/05/2025 numac 2025002939 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten Arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 20 maart 2025 onder het nummer 192662/CO/109)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en op de arbeiders en arbeidsters, hierna werknemers genoemd, die zij tewerkstellen, met inbegrip van de huisarbeid(st)ers.

HOOFDSTUK II. - Duur van de overeenkomst en verbintenissen

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2025 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2025. Zij volgt op de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2023 ter verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2023 betreffende de arbeidsvoorwaarden (registratienummer 184908/CO/109).

Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst waarborgen de ondertekenende partijen de inachtneming van de sociale vrede, hetgeen het volgende inhoudt : 1) alle bepalingen betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden worden stipt nageleefd en kunnen niet in betwisting worden gebracht door de werknemers- of de werkgeversorganisaties, noch door de werknemers of de werkgevers;2) de werknemersorganisaties en de werknemers verbinden er zich toe geen eisen te stellen op nationaal noch op gewestelijk vlak, noch op dat van de onderneming, aangezien alle individuele normatieve bepalingen geregeld zijn door onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - Toepassingsdatum van de loonaanpassingen

Art. 3.Alle loonaanpassingen in uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden toegepast vanaf de eerste dag van de maand, in de ondernemingen waar per maand of per halve maand wordt betaald.

In de ondernemingen waar de loonperiode op een andere dag dan de eerste dag van de maand begint, worden, indien het aantal kalenderdagen vóór de eerste dag van de maand, kleiner is dan of gelijk is aan het aantal kalenderdagen te rekenen vanaf de eerste dag van de maand, de loonaanpassingen toegekend vanaf de eerste dag van de loonperiode waarin de eerste dag van de maand valt. In het tegengestelde geval worden de loonaanpassingen toegepast vanaf de eerste dag van de loonperiode die een aanvang neemt na de eerste dag van de maand.

HOOFDSTUK IV. - Lonen A. Lonen toepasselijk op werknemers die tewerkgesteld worden met een arbeidsovereenkomst voor studenten

Art. 4.De minimumuurlonen worden toegekend volgens hun leeftijd en functie als volgt : de percentages worden berekend op loongroep 1 voor de studenten die behoren tot de laagste groep van de classificatie of op het loon van de groep voor de tewerkstelling waarvoor de student werd aangeworven.

Age à l'embauche Leeftijd bij aanwerving

P.c. sur groupe salarial 1 ou sur groupe salarial engagement Pct. op loongroep 1 of op loongroep tewerkstelling

16 ans/jaar

85,00

17 ans/jaar

88,00

18 ans/jaar

91,00

19 ans/jaar

94,00

20 ans/jaar

97,00

21 ans/jaar

100,00


Art. 5.Indien van de student, in ondernemingen waar het werk stuk voor stuk wordt doorgegeven of waar aan de studenten geen individuele keuze van het arbeidsregime toegelaten wordt, prestaties worden geëist die qua hoeveelheid en kwaliteit gelijk zijn aan normale prestaties van een gewone werknemer, mag de looncoëfficiënt niet toegepast worden.

B. Beginners

Art. 6.Onder "beginners'' wordt verstaan : werknemers die niet zijn bedoeld in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst en die een ononderbroken diensttijd hebben van minder dan zes maanden in de voorbije tien jaar in een onderneming ressorterend onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf.

Voor het bereiken van de ononderbroken diensttijd van 6 maanden of meer wordt rekening gehouden met de periode van tewerkstelling als uitzendkracht in een onderneming ressorterend onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf. Elke periode van inactiviteit van 7 kalenderdagen of minder bij een onderneming ressorterend onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf geldt als een periode van tewerkstelling als uitzendkracht bij een onderneming ressorterend onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf.

Art. 7.Beginners kunnen voor maximaal 3 maanden worden ingedeeld in de loongroep die één graad lager is dan de loongroep overeenstemmend met de functie waarvoor ze zijn aangeworven, voor zover een opleidingstraject is voorzien van 1,5 maanden in de bedoelde functie.

Dit opleidingstraject moet worden goedgekeurd door de sectorale opleidingsinstelling IVOC. Is er geen opleidingstraject voorzien op ondernemingsvlak, gecertifieerd door de sectorale opleidingsinstelling IVOC voor de bedoelde functie, dan kunnen de beginners gedurende maximaal 1,5 maanden worden ingedeeld in de loongroep die één graad lager is dan de loongroep overeenstemmend met de functie waarvoor ze zijn aangeworven.

Na de hiervoor bedoelde periode van 3 maanden bedoeld in lid 1 van onderhavig artikel of 1,5 maanden bedoeld in lid 2 van onderhavig artikel, ontvangen zij het loon overeenstemmend met dat van de andere werknemers met dezelfde functie in de onderneming.

Art. 8.De principes voorzien in artikel 7 van onderhavige collectieve arbeidsoverkomst zijn niet van toepassing op de functies van loongroep 1 bepaald door artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2014 betreffende de functieclassificatie.

C. Minimum- en werkelijke uurlonen van de andere werknemers

Art. 9.Na de indexering op 1 oktober 2024 overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 april 2003 betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen (registratienummer 66284/CO/109), zijn de minimumuurlonen van de werknemers als volgt vastgesteld :

EUR

Groupe de salaires 1/Loongroep 1

14,1794

Groupe de salaires 2/Loongroep 2

14,3209

Groupe de salaires 3/Loongroep 3

14,6073

Groupe de salaires 4/Loongroep 4

15,0459

Groupe de salaires 5/Loongroep 5

15,6473

Groupe de salaires 6/Loongroep 6

16,4298

Groupe de salaires 7/Loongroep 7

17,4155

Groupe de salaires 8/Loongroep 8

18,6347

Groupe de salaires 9/Loongroep 9

20,1257


Deze minimumuurlonen zijn niet van toepassing op de werknemers die vallen onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 januari 2003 betreffende de functieclassificatie in de ondernemingen die toeleveren aan de automobielnijverheid (registratienummer 65467/CO/109), laatst gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2008 (registratienummer 87523/CO/109).

Art. 10.Elke loonsverhoging wordt volledig ingerekend in de betalingsmaatstaven van de volgens rendement bezoldigde arbeidssystemen.

Art. 11.§ 1. Zoals bepaald in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2017 houdende het akkoord van sociale vrede 2017-2018 (registratienummer 140854/CO/109) en in de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 2017 tot wijziging van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst houdende het akkoord van sociale vrede 2017-2018 (registratienummer 142989/CO/109), werden op 1 oktober 2017 de effectieve en baremieke brutolonen met 1,1 pct. verhoogd. Deze baremieke brutoloonsverhoging is inbegrepen in de minimumuurlonen vermeld in artikel 9.

Voornoemd artikel 3 van het akkoord van sociale vrede 2017-2018 voorzag de mogelijkheid om op ondernemingsvlak deze 1,1 pct. brutoloonsverhoging op alternatieve wijze in te vullen, mits akkoord op ondernemingsvlak vóór 30 september 2017. § 2. Zoals bepaald in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2019 houdende het akkoord van sociale vrede 2019-2020 (registratienummer 153350/CO/109), werden op 1 september 2019 de effectieve en baremieke brutolonen verhoogd met 0,85 pct. Deze baremieke brutoloonsverhoging is inbegrepen in de minimumuurlonen vermeld in artikel 9.

Zoals bepaald in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2019 houdende het akkoord van sociale vrede 2019-2020 (registratienummer 153350/CO/109), werd op 1 september 2019 het werkgeversaandeel in de maaltijdcheques verhoogd met 0,50 EUR. In de ondernemingen waar deze verhoging met 0,50 EUR niet onder de vorm van maaltijdcheques kon worden toegekend omdat het maximum toegelaten bedrag van 8 EUR zoals voorzien in de socialezekerheidswetgeving reeds bereikt was, werden de effectieve en baremieke brutolonen ter compensatie verhoogd met 1,1 pct. in plaats van 0,85 pct. met ingang van 1 september 2019 of werden gelijkwaardige voordelen toegekend.

In de ondernemingen waar deze verhoging met 0,50 EUR niet volledig onder de vorm van maaltijdcheques kon worden toegekend omdat het bedrag van de maaltijdcheque 7,50 EUR reeds overschreed, werden de effectieve en baremieke brutolonen verhoogd met een percentage dat het saldo vertegenwoordigt volgens dezelfde logica zoals hierboven beschreven in lid 3 met ingang van 1 september 2019 of werden gelijkwaardige voordelen toegekend. § 3. Zoals bepaald in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2021 houdende het akkoord van sociale vrede 2021-2022, worden op 1 januari 2022 de effectieve en baremieke brutolonen verhoogd met 0,4 pct. Deze baremieke brutoloonsverhoging is inbegrepen in de minimumuurlonen vermeld in artikel 9.

Voornoemd artikel 3 van het akkoord van sociale vrede 2021-2022 voorziet de mogelijkheid om op ondernemingsvlak deze 0,4 pct. brutoloonsverhoging op alternatieve wijze in te vullen, mits akkoord op ondernemingsvlak, waar er overlegorganen zijn, ten laatste op 31 december 2021.

D. Gewaarborgde werkelijke lonen

Art. 12.1° Het minimumuurloon dat betrekking heeft op de functie of op de taak is steeds gewaarborgd en inzonderheid in geval van volgens rendement bezoldigde arbeidssystemen. 2° In de ondernemingen waar een systeem van rendementsarbeid, al dan niet gebonden aan een prestatiebeloning bestaat, kunnen de geschillen welke zijn gerezen, ofwel bij de toepassing van het systeem, ofwel bij een wijziging of bij invoering van het systeem, op het verzoek van de meeste gerede partij, het voorwerp uitmaken van een contradictoir onderzoek door een bevoegd technicus, aangeduid door een werknemersorganisatie en een bevoegd technicus, aangeduid door Creamoda. De voor de beoordeling van de systemen van rendementsarbeid bevoegde technici moeten door de onderneming in het bezit worden gesteld van alle elementen welke vereist zijn om tot dit onderzoek te kunnen overgaan.

E. Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 13.De minimumuurlonen, vastgesteld bij artikel 9, evenals de werkelijk uitbetaalde lonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 april 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen (registratienummer 66284/CO/109).

F. Huisarbeid

Art. 14.Het maakloon van elk stuk wordt berekend door het aantal uren dat voor de uitvoering ervan is vereist, te vermenigvuldigen met het uurloon dat overeenstemt met de categorie van het werk (minimum loongroep 3), zoals bepaald bij artikel 9.

Bij het globaal loon van de huisarbeider(ster)s wordt een forfaitaire vergoeding van 10 pct. van het brutoloon gevoegd als schadeloosstelling voor de algemene onkosten welke hun ten laste vallen (verwarming, verlichting, afschrijving materiaal, enz.). De werkgevers zijn ertoe gehouden aan de huisarbeid(st)er de benodigdheden zoals garen enz. gratis te leveren.

Nochtans, wanneer de huisarbeid(st)er deze benodigdheden zelf levert, wordt de forfaitaire vergoeding waarvan hoger sprake van 10 op 15 pct. gebracht.

De forfaitaire vergoeding van 10 of 15 pct. wordt afzonderlijk in het loonboekje ingeschreven.

G. Ploegenarbeid

Art. 15.Voor voltijdse arbeid in een arbeidsregime met wisselende opeenvolgende ploegen wordt een ploegenpremie van 6 pct. betaald bovenop het basisloon.

Art. 16.In de ondernemingen die toeleveren aan de auto-industrie, bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 2004 betreffende de toeleveringsbedrijven, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 september 2004 (registratienummer 71052/CO/109), zal voor ploegenarbeid met nachtprestaties, zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 49 van 21 mei 1991, afgesloten in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 juli 1991, een vergoeding toegekend worden van 18 pct., berekend op het effectieve uurloon.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 mei 2025 De Minister van Werk, D. CLARINVAL


^