gepubliceerd op 22 augustus 2012
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging
5 MAART 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielverzorging;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 maart 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielverzorging Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2011 Statuut van de syndicale afvaardiging (Overeenkomst geregistreerd op 19 september 2011 onder het nummer 105789/CO/110) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebeid en algemene bepalingen
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de textielverzorging en die 40 of meer werknemers tewerkstellen, evenals op de door hen tewerkgestelde arbeid(st)ers.
Art. 2.§ 1. In elke onderneming, bedoeld in artikel 1 waar gewoonlijk gemiddeld ten minste 40 werknemers tewerkgesteld zijn en waar geen ondernemingsraad of comité voor preventie en bescherming op het werk bestaat, kan één syndicaal vertegenwoordiger aangeduid worden door elke vakorganisatie.
Om na te gaan in hoever 40 werknemers tewerkgesteld zijn, wordt een identieke berekeningswijze toegepast ais deze, voorzien door de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de comités voor preventie en bescherming op het werk. § 2. In elke onderneming, bedoeld in artikel 1 waar gewoonlijk gemiddeld ten minste 40 werknemers tewerkgesteld zijn en waar een ondernemingsraad of comité voor preventie en bescherming op het werk bestaat, kan elke vakorganisatie die effectieve leden telt in de ondernemingsraad of in het comité voor preventie en bescherming op het werk één effectieve en één plaatsvervangende syndicale afgevaardigde aanduiden, te kiezen uit de kandidaten van de sociale verkiezingen voor de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming op het werk.
Om na te gaan in hoever 40 werknemers tewerkgesteld zijn, wordt een identieke berekeningswijze toegepast ais deze, voorzien door de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de comités voor preventie en bescherming op het werk. § 3. Onder "werknemers" wordt verstaan : alle personeelsleden met een vast contract van zowel bepaalde en/of onbepaalde duur alsook de interimarbeid(st)ers die geen personeelsleden met een vast dienstcontract vervangen. § 4. Met "onderneming" wordt bedoeld : de technische bedrijfseenheid bepaald in artikel 14 van de wet inzake de organisatie van het bedrijfsleven van 20 september 1948.
Art. 3.De syndicale afgevaardigden moeten in alle omstandigheden : a) een geest van rechtvaardigheid, billijkheid en verzoeningsgezindheid aan de dag leggen;b) elke tekortkoming aan het arbeidsreglement van de onderneming, aan de collectieve arbeidsovereenkomsten, aan de arbeidsdiscipline en aan het beroepsgeheim, vermijden;c) het optreden van de leiding van de onderneming en haar vertegenwoordigers op de verschillende gezagsposten, niet bemoeilijken. HOOFDSTUK II. - Bevoegdheid
Art. 4.De bevoegdheden van de syndicale afvaardiging hebben onder andere betrekking op : 1. de arbeidsverhoudingen;2. de onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve overeenkomsten of akkoorden in de schoot van de onderneming, zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan de collectieve overeenkomsten of akkoorden die op andere vlakken zijn gesloten;3. de toepassing in de onderneming van de sociale wetgeving van de collectieve arbeidsovereenkomsten, van het arbeidsreglement en van de individuele arbeidsovereenkomsten.
Art. 5.De syndicale afvaardiging heeft het recht door het ondernemingshoofd of door zijn vertegenwoordiger te worden gehoord naar aanleiding van een geschil of betwisting van collectieve aard die zich in de onderneming voordoet, zij heeft hetzelfde recht, wanneer dergelijke geschillen of betwistingen dreigen te ontstaan.
Elke individuele klacht wordt langs de hiërarchische weg ingediend door de belanghebbende werknemer, die op zijn verzoek wordt bijgestaan door zijn syndicale afgevaardigde. De syndicale afvaardiging heeft het recht te worden gehoord naar aanleiding van elk individueel geschil of elke betwisting die langs deze weg niet kon worden opgelost.
Art. 6.Ten einde de in voorgaande artikelen 4 en 5 bedoelde geschillen of betwistingen te voorkomen, moet de syndicale afvaardiging van het personeel voorafgaandelijk door de werkgever worden ingelicht over de veranderingen die de contractuele of gebruikelijke arbeids- en beloningsvoorwaarden kunnen wijzigen, met uitzondering van inlichtingen van individuele aard. Zij zal inzonderheid worden ingelicht over de wijziging welke voortvloeien uit de wet, de collectieve overeenkomsten of de bepalingen van algemene aard die in de individuele arbeidsovereenkomsten zijn opgenomen, voornamelijk de bepalingen die een weerslag hebben op de loonschalen en de regelen van beroepsclassificatie.
Art. 7.Wanneer een effectieve syndicale afgevaardigde, hetzij tijdelijk, hetzij definitief verhinderd is, wordt hij vervangen door zijn plaatsvervangende afgevaardigde die in dit geval over dezelfde bevoegdheden beschikt als de effectieve afgevaardigde. HOOFDSTUK III. - Voorwaarden om als syndicale afgevaardigde te kunnen worden aangeduid
Art. 8.Om als syndicale afgevaardigde te worden aangeduid, moet aan volgende voorwaarden worden voldaan op de dag van het schrijven waarin een arbeid(st)er als syndicale afgevaardigde wordt aangeduid : a) ten minste 18 jaar oud zijn;b) de burgerlijke rechten genieten;c) sedert ten minste 12 maanden in de onderneming tewerkgesteld zijn. In afwijking van het 1e lid, c), moet in ondernemingen waar gewoonlijk gemiddeld ten minste 40 werknemers, maar minder dan 50 werknemers tewerkgesteld zijn en waar nog geen ondernemingsraad of comité voor preventie en bescherming op het werk bestaat, de arbeid(st)er om als syndicaal afgevaardigde te worden aangeduid op de dag van het schrijven waarin hij ais syndicaal afgevaardigde wordt aangeduid, sedert ten minste 10 jaar in de onderneming tewerkgesteld zijn, tenzij op ondernemingsvlak een lagere anciënniteitsvoorwaarde wordt overeengekomen. HOOFDSTUK IV. - Aanduiding van de syndicale afgevaardigden
Art. 9.§ 1. De syndicale afgevaardigden worden aangeduid door de vakorganisatie waarbij hij aangesloten is. § 2. In ondernemingen waar gewoonlijk gemiddeld ten minste 40 werknemers, maar minder dan 50 werknemers tewerkgesteld zijn en waar nog geen ondernemingsraad of comité voor preventie en bescherming op het werk bestaat, kan slechts tot aanduiding van een syndicaal afgevaardigde worden overgegaan indien minstens de helft van de arbeid(st)ers hiermee instemmen.
In dat geval dient de vakorganisatie die wenst over te gaan tot aanduiding van een syndicale afgevaardigde voorafgaand haar voornemen tot aanduiding bij een ter post aangetekend schrijven te melden aan de werkgever, met een afschrift aan de voorzitter van het paritair comité die de organisaties, die vertegenwoordigd zijn in het paritair comité hiervan zal verwittigen.
Binnen de vijftien dagen te rekenen vanaf de datum van afstempeling door de post van dit schrijven, bevestigt de werkgever aan de vakorganisatie de ontvangst van dit schrijven. Indien de werkgever deze formaliteit niet nakomt binnen de gestelde termijn, wordt verondersteld dat, hij instemt met het voornemen tot aanduiding van de syndicale afgevaardigden.
Indien de werkgever binnen de vijftien dagen te rekenen vanaf de datum van afstempeling door de post van het schrijven van de vakorganisatie, met een ter post aangetekend schrijven aan de vakorganisatie, met een afschrift aan de voorzitter van het paritair comité, te kennen geeft niet akkoord te gaan met het voornemen tot aanduiding van een syndicaal afgevaardigde, wordt het geschil betreffende het voldaan zijn aan de voorwaarden om tot aanduiding van een syndicaal afgevaardigde over te gaan, voorgelegd aan de voorzitter van het paritair comité. De werkgever zal een lijst met de door hem tewerkgestelde arbeid(st)ers en hun adressen aan de voorzitter van het paritair comité overmaken. De vakorganisatie zal aan de voorzitter van het paritair comité een lijst met de namen, adressen en handtekeningen van de arbeid(st)ers overmaken, waaruit de instemming met de aanduiding van een syndicaal afgevaardigde door de helft van de arbeid(st)ers uit de onderneming blijkt.
De vakorganisatie kan pas tot aanduiding van de betrokken syndicaal afgevaardigde overgaan : - zodra de werkgever de ontvangst van het in § 2, tweede lid vermelde schrijven heeft bevestigd en geen bezwaar te kennen heeft gegeven; - indien de werkgever nalaat de ontvangst van het in het tweede lid vermelde schrijven te bevestigen na het verstrijken van de termijn van 15 dagen na de verzending van het schrijven, vermeld in § 2, tweede lid; - in geval van bezwaar van de werkgever : nadat de voorzitter van het Paritair Comité voor de textielverzorging heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden tot aanduiding van een syndicale afgevaardigde is voldaan.
De aanduiding gebeurt bij een ter post aangetekend schrijven, gericht aan de werkgever. Binnen de vijftien dagen te rekenen vanaf de datum van afstempeling door de post van dit schrijven, bevestigt de werkgever aan de vakorganisatie de ontvangst van dit schrijven. Indien de werkgever deze formaliteit niet nakomt binnen de gestelde termijn, wordt verondersteld dat hij instemt met de aanduiding van de betrokken syndicale afgevaardigden. Elk geschil betreffende de aanduiding van de betrokken syndicale afgevaardigden wordt binnen de 30 dagen, te rekenen van de datum van afstempeling van het schrijven waarbij de betrokken syndicale afgevaardigde wordt aangeduid, voorgelegd ter beslechting aan het Paritair Comité voor de textielverzorging. § 3. In de andere ondernemingen dan deze bedoeld in § 2, worden de namen van de syndicale afgevaardigden door de vakorganisatie medegedeeld aan de werkgever, bij een ter post aangetekend schrijven.
Binnen de vijftien dagen te rekenen vanaf de datum van afstempeling door de post van dit schrijven vermeld in § 2 bevestigt de werkgever aan de vakorganisatie die ontvangst van dit schrijven. Indien de werkgever deze formaliteit niet nakomt binnen de gestelde termijn, wordt verondersteld dat hij instemt met de aanduiding van de betrokken syndicale afgevaardigden.
Elk geschil betreffende de aanduiding van de syndicale afgevaardigden of het al dan niet vervullen van de voorwaarden gesteld in artikel 7, wordt binnen de 30 dagen, te rekenen van de datum van afstempeling van het § 2 vermelde schrijven, voorgelegd ter beslechting aan het Paritair Comité voor de textielverzorging.
Art. 10.De duur van het mandaat van syndicale afgevaardigde bedraagt in principe 4 jaar.
In ondernemingen waar naar aanleiding van de sociale verkiezingen een ondernemingsraad of een comité voor preventie en bescherming op het werk wordt opgericht, worden de mandaten herzien binnen de drie maanden na de sociale verkiezingen. Het mandaat van de vóór de sociale verkiezingen aangeduide syndicale afgevaardigden neemt een einde bij de aanduiding van de nieuwe syndicale afgevaardigden en uiterlijk drie maanden na de datum van de sociale verkiezingen.
Het mandaat wordt, behoudens toepassing van de beschikkingen van het 2e lid van dit artikel en op voorwaarde dat nog steeds aan de oprichtingsvoorwaarden is voldaan, stilzwijgend vernieuwd.
Art. 11.Het mandaat van syndicale afgevaardigde neemt een einde : a) ingeval betrokkene geen deel meer uitmaakt van de categorie arbeid(st)ers der onderneming;b) ingeval van ontslag als syndicale afgevaardigde;c) ingeval betrokkene geen lid meer is van de vakorganisatie die hem heeft aangeduid;d) zodra betrokkene deel uitmaakt van het leidinggevend personeel van de onderneming;e) ingeval betrokkene niet langer behoort tot het werkliedenpersoneel van de onderneming, tenzij de vakorganisatie die hem heeft aangeduid, bij een ter post aangetekend schrijven gericht aan de werkgever, het behoud van zijn mandaat vraagt;f) ingeval betrokkene de voorwaarden van artikel 8 niet meer vervult. HOOFDSTUK V. - Werking van de syndicale afvaardiging
Art. 12.In ondernemingen waar een comité voor preventie en bescherming op het werk bestaat, komt de syndicale afvaardiging bijeen onmiddellijk na elke vergadering van dat comité behoudens afwijkend reglement overeengekomen in het bedrijf.
Art. 13.De leden van de syndicale afvaardiging zullen over de nodige tijd en faciliteiten beschikken, vastgesteld op het vlak van de activiteitssector of, bij ontstentenis ervan op het vlak van de onderneming, en bezoldigd ais arbeidstijd om de in deze overeenkomst omschreven syndicale opdrachten en activiteiten collectief of individueel uit te oefenen.
De onderneming zal een lokaal ter beschikking stellen van de syndicale afvaardiging van het personeel, ten einde haar toe te laten haar opdracht passend te vervullen.
Met inachtneming van de organisatorische noodwendigheden van de diensten, moeten eveneens aan de syndicale afgevaardigden de nodige tijd en faciliteiten, zonder loonderving, worden gegeven om deel te nemen aan cursussen of seminaries : - georganiseerd door de ondertekenende vakverbonden of door hun beroepscentrales op tijdstippen die samenvallen met de normale arbeidsuren; - en gericht op de vervolmaking van hun economische, sociale en technische kennis in hun rol van werknemersvertegenwoordiger.
De toekenningsvoorwaarden betreffende de faciliteiten om deel te nemen aan de cursussen en seminaries zullen onder meer tot voorwerp hebben : - de mededeling, te bekwamer tijd van de programma's der cursussen; - de bepalingen van de afdoende verwittigingstermijn voor de individuele aanvragen; - de vaststelling van een onderzoeksprocedure in geval van weigering door de werkgever; - de bepaling van het aantal toe te laten verzuimdagen.
Art. 14.De syndicale afvaardiging zal mondeling of schriftelijk kunnen overgaan tot alle mededelingen welke nuttig zijn voor het personeel zonder dat zulks de organisatie van het werk mag verstoren.
Deze mededelingen moeten van professionele of van syndicale aard zijn.
Op de arbeidsplaats en gedurende de werkuren zullen, met de instemming van de werkgever, voorlichtingsvergaderingen voor het personeel van de onderneming kunnen worden belegd door de syndicale afvaardiging. De werkgever zal niet willekeurig zijn instemming kunnen weigeren.
Art. 15.In geval van noodzaak, erkend door de syndicale afvaardiging of door het ondernemingshoofd, kunnen de partijen na de andere partij vooraf te hebben verwittigd, beroep doen op de vrijgestelden van hun respectieve organisaties. In geval van blijvend meningsverschil, kunnen zij eveneens een dringend verhaal indienen bij het verzoeningsbureau van het paritair comité. HOOFDSTUK VI. - Statuut van de syndicale afgevaardigde
Art. 16.De leden van de syndicale afvaardiging worden in elk opzicht en in alle omstandigheden op gelijke voet behandeld als de andere werklieden en werksters die behoren tot dezelfde beroepscategorie in de onderneming. HOOFDSTUK VII. - Regeling der geschillen
Art. 17.Elk geschil betreffende de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden ter verzoening voorgelegd aan het Paritair Comité voor de textielverzorging. HOOFDSTUK VIII. - Bescherming van de syndicaal afgevaardigde
Art. 18.Een syndicale afgevaardigde kan niet afgedankt worden omwille van de uitvoering van zijn taak ais syndicale afgevaardigde.
Syndicale afgevaardigden kunnen slechts worden afgedankt volgens de procedure voorzien voor de bescherming van de verkozen personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraad en/of het comité voor preventie en bescherming op het werk en genieten dezelfde wettelijke bescherming als de verkozen leden van de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming op het werk vanaf het voornemen tot aanduiding.
Indien na het overleg voorzien in artikel 9, § 2, een arbeid(st)er niet wordt aangeduid ais syndicale afgevaardigde, geniet hij/zij gedurende 6 maanden vanaf het voornemen tot aanduiding dezelfde wettelijke bescherming als de verkozen leden van de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming op het werk. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen
Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2007 betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging en treedt in werking op 23 juni 2011.
Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur en kan worden opgezegd door één der contracterende partijen, mits een opzeg van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekend schrijven en gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de textielverzorging en aan de in dit comité vertegenwoordigde organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 maart 2012.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK