Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 maart 2006
gepubliceerd op 20 april 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1991 met betrekking tot de deeltijdse arbeid en de minimale duur van de arbeidsprestaties

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006200649
pub.
20/04/2006
prom.
05/03/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 MAART 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1991 met betrekking tot de deeltijdse arbeid en de minimale duur van de arbeidsprestaties (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1991 met betrekking tot de deeltijdse arbeid en de minimale duur van de arbeidsprestaties.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 maart 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2002 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1991 met betrekking tot de deeltijdse arbeid en de minimale duur van de arbeidsprestaties (Overeenkomst geregistreerd op 15 juli 2002 onder het nummer 63377/CO/140) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers behorend tot de subsector van de openbare autobusdiensten die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en die werken in opdracht van de Vlaamse vervoermaatschappij (VVM) alsook op hun werklieden behorend tot de categorie van het rijdend personeel. § 2. Onder "werklieden" wordt verstaan : de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Minimale duur van de arbeidsprestaties

Art. 2.Artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1991 wordt als volgt gewijzigd : "In afwijking van artikel 189 van de programmawet van 22 december 1989 mag de minimum arbeidsprestatie van de werklieden in het geregeld vervoer niet minder bedragen dan 1 u. 30 m.; het totaal van de dagprestatie mag niet minder bedragen dan 4 uur.

De dagprestatie is de prestatie zoals gedefinieerd in artikel 1.6 van het reglement op de arbeidsduur van het rijdend personeel van de ondernemingen van openbare autobusdiensten die werken in opdracht van de VVM, vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2002." HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003 en is voor onbepaalde duur gesloten.

Zij treedt evenwel in werking op 1 maart 2002 voor het rijdend personeel tewerkgesteld op de nieuwe contracten gegund door de VVM, krachtens de algemene administratieve bepalingen en voorwaarden tot exploitatie van geregeld vervoer voor rekening van de VVM, behalve wat betreft die leden van het rijdend personeel die een personeelslid tewerkgesteld op een dergelijk contract, vervangen wegens ziekte, vakantie, en dergelijke.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door iedere ondertekenende partij per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer en mits respect van een opzeggingstermijn van 3 maanden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 maart 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^