Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 maart 2006
gepubliceerd op 11 april 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de verlenging van collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de arbeidstijdsorganisatie

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006200566
pub.
11/04/2006
prom.
05/03/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 MAART 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de verlenging van collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de arbeidstijdsorganisatie (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de verlenging van collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de arbeidstijdsorganisatie.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 maart 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2003 Verlenging van collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de arbeidstijdsorganisatie (Overeenkomst geregistreerd op 4 augustus 2003 onder het nummer 67074/CO/124)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die behoren tot het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

Onder "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters.

Art. 2.Deze overeenkomst heeft tot doel de geldigheidsduur van sommige collectieve arbeidsovereenkomsten over arbeidstijdorganisatie te verlengen.

Art. 3.De collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 houdende verlenging van de grenzen van het begin en het einde van de arbeidsdag in de bouwsector wordt voor een duurtijd van twee jaar verlengd van 1 september 2003 tot 31 augustus 2005.

Art. 4.De collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 houdende organisatie van de sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek wordt voor een duurtijd van twee jaar verlengd van 1 juli 2003 tot 30 juni 2005. Deze overeenkomst blijft echter van toepassing tot 30 juni 2007 voor alle goedgekeurde toetredingen die vóór 2 juni 2005 werden ingediend.

Art. 5.In de in artikel 4 bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 worden de volgende wijzigingen aangebracht : - in artikel 26 wordt de datum van 30 juni 2005 vervangen door de datum van 30 juni 2007; - in artikel 27 wordt de datum van 1 juni 2003 vervangen door de datum van 1 juni 2005; - in artikel 31 wordt de datum van 30 juni 2005 vervangen door de datum van 30 juni 2007.

Art. 6.De collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 betreffende de uitvoering van artikel 26bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 wordt voor een duurtijd van twee jaar verlengd van 1 januari 2003 tot 31 december 2004, behoudens de artikelen 3 en 4 die respectievelijk verstrijken op 31 maart 2005 en 30 juni 2005.

Art. 7.De collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1998 betreffende de ter beschikking stelling van personeel wordt voor een duurtijd van twee jaar verlengd van 1 juli 2003 tot 30 juni 2005.

Art. 8.Deze arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde duur.

Zij treedt in werking op 1 januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 augustus 2005.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 maart 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^