5 MAART 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, betreffende de toekenning van een getrouwheidspremie (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, betreffende de toekenning van een getrouwheidspremie.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 maart 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2005 Toekenning van een getrouwheidspremie (Overeenkomst geregistreerd op 7 maart 2005 onder het nummer 74115/CO/146) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf. HOOFDSTUK II. - Toekenning van een getrouwheidspremie

Art. 2.De werkgevers kennen aan hun werklieden en werksters met ten minste 6 maanden dienst in de onderneming tijdens het betrokken kalenderjaar een getrouwheidspremie toe.

De werklieden en werksters die niet meer in dienst zijn op het ogenblik dat de getrouwheidspremie verschuldigd is, kunnen eveneens van de getrouwheidspremie genieten, voor zover ze voldoen aan bepaalde voorwaarden, opgenomen in deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 3.Deze premie is minstens gelijk aan 8,50 pct. van het individuele brutoloon verdiend gedurende de periode van 1 januari tot 31 december van het betrokken jaar.

Art. 4.De getrouwheidspremie is betaalbaar op de zetel van de onderneming tussen 25 en 31 december van het jaar waarop hij betrekking heeft.

Art. 5.De werklieden en werksters die in de loop van het betrokken jaar worden gepensioneerd of eender welke vorm van brugpensioen nemen, genieten de getrouwheidspremie volgens de bepalingen van artikel 3.

De rechthebbenden op de nalatenschap van de werklieden of werksters die in de loop van het betrokken jaar zijn overleden genieten de premie in dezelfde voorwaarden als voor de gepensioneerden en rechthebbenden op brugpensioen.

Art. 6.Bij opzegging ingevolge economische omstandigheden of wegens weersomstandigheden in de loop van het kalenderjaar, welke ook de duur of het tijdstip der arbeidsprestaties was, hebben de werklieden en werksters recht op de getrouwheidspremie volgens de bepalingen van artikel 3 en vervalt derhalve de verplichting inzake dienstprestaties voorzien bij artikel 2.

Bij gewone opzegging in de loop van het jaar om redenen andere dan economische of weersomstandigheden en met uitsluiting van de opzegging om dringende redenen, hebben de werklieden en werksters die voldoen aan de bepalingen inzake anciënniteit voorzien in artikel 2 recht op de getrouwheidspremie volgens de bepalingen van artikel 3. De anciënniteit moet bereikt zijn op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst een einde neemt.

Art. 7.De werklieden en werksters met 5 jaar of meer dienst en die vrijwillig ontslag nemen, hebben recht op de getrouwheidspremie pro rata het aantal gewerkte maanden in het lopende jaar.

De werklieden en werksters met minder dan 5 jaar dienst, die na 1 oktober van het lopende jaar ontslag nemen en die op 1 oktober van het lopend jaar voldoen aan de bepalingen van artikel 2, hebben recht op de getrouwheidspremie volgens de bepalingen van artikel 3.

De werklieden en werksters met minder dan 5 jaar dienst, die vóór 1 oktober van het lopende jaar ontslag nemen, hebben geen recht op de getrouwheidspremie.

Art. 8.Voor de berekening van de dienstprestaties komen zowel de dagen arbeidsprestaties in aanmerking als de daarmede gelijkgestelde dagen zoals bepaald bij de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van de werklieden en werksters. HOOFDSTUK III. - Bijzondere bepalingen

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt vanaf 1 januari 2004 de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf tot toekenning van een getrouwheidspremie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 april 2000, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 27 juni 2000. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.

Elk van de contracterende partijen kan ze opzeggen mits een opzegging van drie maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 maart 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN