5 MAART 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op artikel 25, gewijzigd bij de wet van 10 februari 1981, bij het koninklijk besluit van 23 december 1996 en bij koninklijk besluit van 21 januari 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op artikel 64, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 november 2002 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 maart 2004;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen gegeven op 28 november 2005;

Gelet op het advies nr. 1.538 van de Nationale Arbeidsraad gegeven op 13 december 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 november 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 21 november 2005;

Gelet op het advies nr. 39.735/1 van de Raad van State, gegeven op 31 januari 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Leefmilieu en Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 64 van het koninklijk besluit van 21 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 november 2002 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 maart 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, A., 1°, wordt het bedrag van 13.556,68 euro vervangen door het bedrag van : a) 15.590,18 euro met ingang van 1 januari 2006; b) 17.149,20 euro met ingang van 1 januari 2007. 2° in § 2, A., 2°, wordt het bedrag van 10.845,34 euro vervangen door het bedrag van : a) 12.472,14 euro met ingang van 1 januari 2006; b) 13.719,35 euro met ingang van 1 januari 2007. 3° in § 2, A., 3° wordt het bedrag van 13.556,68 euro vervangen door het bedrag van : a) 15.590,18 euro met ingang van 1 januari 2006; b) 17.149,20 euro met ingang van 1 januari 2007.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.

Art. 3.Onze Minister van Leefmilieu en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 maart 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Leefmilieu en Pensioenen, B. TOBBACK