gepubliceerd op 13 maart 2006
Koninklijk besluit tot oprichting van een tijdelijke ondersteuningscel bij de interministeriële commissaris Influenza
5 MAART 2006. - Koninklijk besluit tot oprichting van een tijdelijke ondersteuningscel bij de interministeriële commissaris Influenza
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 25 januari 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 21 februari 2006;
Gelet op het protocol nr. 545 van 1 februari 2006 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de dreiging op een internationale grieppandemie alsmaar groter wordt en dat er bijgevolg dringend actie moet worden ondernomen om binnen een redelijke termijn een operationeel Belgisch pandemisch influenzanoodplan uit te werken;
Overwegende dat de Bijzondere Interministeriële Conferentie Volksgezondheid - Influenza op 20 oktober 2005 een Interministeriële Commissaris heeft aangeduid, belast met de algemene coördinatie van de acties en van het overleg hieromtrent met alle betrokken instanties, op federaal, regionaal en gemeenschapsniveau;
Overwegende dat deze Interministeriële Commissaris voor de realisatie van zijn opdracht moet kunnen beschikken over een cel van medewerkers;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De heer Piet Van Themsche, gedelegeerd bestuurder van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, wordt als Interministeriële Commissaris "influenza" aangeduid.
Art. 2.Een tijdelijke ondersteuningscel wordt opgericht bij de interministeriële commissaris Influenza, aangewezen door de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van 20 oktober 2005 en geplaatst onder het gezag van de Minister die de volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.
Art. 3.De tijdelijke ondersteuningscel omvat hoogstens : 12 adviseurs; 2 attachés; 1 uitvoeringsambtenaar.
De personeelsleden bedoeld in het eerste lid worden aangewezen, op voorstel van de commissaris en na akkoord van de Minister waaronder ze ressorteren, door de Minister van Volksgezondheid. Zij zelf zijn geplaatst onder het gezag van de commissaris.
Art. 4.De leden van de tijdelijke ondersteuningscel behoren tot het federaal administratief openbaar ambt, een dienst van de Staat, een autonoom overheidsbedrijf, een dienst of een bestuur dat afhangt van de Gemeenschappen, de Gewesten, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of de Franse Gemeenschapscommissie, of een georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinrichting. Ze genieten een weddencomplement waarvan het jaarlijks bedrag wordt bepaald als volgt : 1° adviseur : 5.784,82 EUR; 2° attaché : 3.402,84 EUR; 3° uitvoeringspersoneel : 2.381,99 EUR. Het weddencomplement wordt maandelijks na vervallen termijn betaald, pro rata van een twaalfde van het jaarbedrag, voor de volledige maanden en van dertigsten van deze breuk voor de onvolledige maanden.
Het complement wordt aangepast overeenkomstig de mobiliteitsregeling van de wedden van het federaal administratief openbaar ambt. Het wordt gekoppeld aan spilindex 138,01.
Het weddencomplement is ten laste van de begroting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.
Art. 5.De artikelen 95 tot 98 van het besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen zijn van toepassing op de leden van de tijdelijke ondersteuningscel.
Art. 6.De kosten verbonden aan het gebruik van het gemeenschappelijk openbaar vervoer door de personeelsleden van de tijdelijke ondersteuningscel blijven ten laste van de begroting van hun dienst van oorsprong.
Art. 7.De tijdelijke ondersteuningscel wordt opgericht voor een periode van 9 maanden. Hij kan door Ons, bij besluit overlegd in Ministerraad, verlengd worden met periodes die 6 maand niet mogen overschrijden.
Art. 8.Onze Minister van Volksgezondheid wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 20 oktober 2005.
Gegeven te Brussel, 5 maart 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Ambtenarenzaken, Ch. DUPONT