gepubliceerd op 11 juli 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers
5 JUNI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 juni 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de socio-culturele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2007 Bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers (Overeenkomst geregistreerd op 29 mei 2007 onder het nummer 82984/CO/329) Doel
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst strekt ertoe initiatieven te ontwikkelen ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers, in uitvoering van sectie 1 van hoofdstuk VIII van titel XIII van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 28 december 2006).
Toepassingsgebied
Art. 2.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de organisaties of instellingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de socio-culturele sector. § 2. In afwijking van het bepaalde onder § 1 van dit artikel is deze collectieve arbeidsovereenkomst niet van toepassing op de werkgevers die er blijk van geven gebonden te zijn door een buiten paritair comité gesloten collectieve arbeidsovereenkomst die dezelfde aangelegenheid regelt en op grond waarvan zij een vrijstelling genieten van de voor de risicogroepen bestemde patronale bijdragen.
Bijdrage
Art. 3.De werkgever moet voor elk kwartaal in 2007 en 2008 een bijdrage storten van 0,10 pct., berekend op basis van de brutolonen betaald aan de werknemers, aan het in artikel 4 vermelde fonds voor bestaanszekerheid, waarvan de financiële middelen een fonds vormen die het mogelijk moeten maken de doelstelling, vastgelegd in artikel 1, te bereiken.
Als uitzondering hierop moeten de werkgevers de bijdrage voor het eerste kwartaal en het tweede kwartaal 2007 niet betalen en wordt de bijdrage voor het derde en het vierde kwartaal van 2007 vastgesteld op 0,20 pct.
Deze bijdragen moeten op hetzelfde ogenblik aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden gestort als de sociale zekerheidsbijdragen.
Stortingen
Art. 4.§ 1. De werkgevers van de organisaties of instellingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de socio-culturele sector verrichten de stortingen aan het fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Sociaal Fonds voor het Sociaal-Cultureel Werk van de Vlaamse Gemeenschap", voor zover zij aan één van de volgende voorwaarden voldoen : - een vereniging zijn waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Vlaamse Gewest; - een vereniging zijn waarvan de maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigd is en die bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ingeschreven is op de Nederlandse taalrol. § 2. De werkgevers van de organisaties of instellingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de socio-culturele sector verrichten de stortingen aan het fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds social du secteur socio-culturel des Communautés francaise et germanophone", voor zover zij aan één van de volgende voorwaarden voldoen : - een vereniging zijn waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Waals Gewest; - een vereniging zijn waarvan de maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigd is en die bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ingeschreven is op de Franse taalrol.
Beheer en aanwending van het fonds
Art. 5.Het in artikel 4, § 1 genoemde "fonds" wordt beheerd door het fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Sociaal Fonds voor het Sociaal-Cultureel Werk van de Vlaamse Gemeenschap" en waarvan de zetel gevestigd is in Handelskaai 48, 1000 Brussel.
Het in artikel 4, § 2 genoemde "fonds" wordt beheerd door het fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds social du secteur socio-culturel des Communautés francaise et germanophone" en waarvan de zetel gevestigd is in Handelskaai 48, 1000 Brussel.
De beide sociale fondsen kunnen binnen de perken van hun financiële middelen initiatieven ontwikkelen ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen volgens de modaliteiten en de mogelijkheden bepaald door hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 13 februari 1997).
Inwerkingtreding en duur
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor een bepaalde duur.
Zij treedt in werking op 1 januari 2007 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2008.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 juni 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET