gepubliceerd op 07 juli 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, betreffende de uurlonen
5 JUNI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, betreffende de uurlonen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, betreffende de uurlonen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 juni 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2003 Uurlonen (Overeenkomst geregistreerd op 9 september 2003 onder het nummer 67371/CO/142.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II. - Lonen 1. Minderjarige en meerderjarige werklieden 1.1. Minimumuurlonen
Art. 2.Op 1 januari 2004 worden de minimumuurlonen verhoogd met 0,05 EUR. Op 1 juli 2004 worden de minimumuurlonen verhoogd met 0,05 EUR. Op 1 oktober 2004 worden de minimumuurlonen verhoogd met 0,05 EUR.
Art. 3.Bijgevolg worden de minimumuurlonen als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Een verhoging van 7 pct. berekend op basis van het minimumuurloon wordt toegekend voor het stukwerk (6 op 10). 1.2. Effectief betaalde uurlonen
Art. 4.Op 1 januari 2004 worden alle effectieve uurlonen verhoogd met 0,05 EUR. Op 1 juli 2004 worden alle effectieve uurlonen verhoogd met 0,05 EUR. Op 1 oktober 2004 worden alle effectieve uurlonen verhoogd met 0,05 EUR.
Art. 5.In de ondernemingen bedoeld bij artikel 1, waar in twee opeenvolgende ploegen wordt gewerkt, worden de in artikel 2, 3 en 4 vermelde lonen verhoogd met een toeslag voor ploegenwerk van 7,625 pct.
Vanaf 1 augustus 2003 bedraagt de ploegtoeslag voor het werk in nachtploeg 18 pct. op de in artikel 2, 3 en 4 vermelde lonen.
Art. 6.Vanaf 1 augustus 2003 worden de minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van alle minderjarige en meerderjarige werklieden berekend op basis van de minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de werklieden van de beroepscategorie waartoe de betrokkenen behoren zonder rekening te houden met hun leeftijd, hun beroepservaring in de sector of hun anciënniteit in het bedrijf. 2. Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen Art.7. De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde lonen van toepassing op 5 mei 2003 stemmen overeen met het referteindexcijfer 111,33. HOOFDSTUK III. - Geldigheid
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003 en geldt voor een onbepaalde tijd.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2001, afgesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen en aan de ondertekenende partijen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 juni 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE