Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 juni 2003
gepubliceerd op 01 augustus 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de ploegenpremies en namiddagpremie (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012355
pub.
01/08/2003
prom.
05/06/2003
ELI
eli/besluit/2003/06/05/2003012355/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 JUNI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de ploegenpremies en namiddagpremie (uitgezonderd de slagerijen, spekslagerijen en penserijen) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de ploegenpremies en namiddagpremie (uitgezonderd de slagerijen, spekslagerijen en penserijen).

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 juni 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2001 Ploegenpremies en namiddagpremie (uitgezonderd de slagerijen, spekslagerijen en penserijen) (Overeenkomst geregistreerd op 19 april 2002 onder het nummer 62102/CO/119) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen van de handel in voedingswaren, met uitsluiting van de slagerijen, spekslagerijen en penserijen. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Ploegenpremies

Art. 2.Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 0,17 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in ploegen.

Behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, worden de arbeidsuren van de ploegen als volgt vastgesteld : - voor de morgenploeg : van 6 tot 14 uur; - voor de namiddagploeg : van 14 tot 22 uur.

Deze premies zijn niet van toepassing voor de uren waarvoor de arbeiders premies voor nachtarbeid, de namiddagpremie of de premie voor laatavondopeningen genieten. HOOFDSTUK III. - Namiddagpremie

Art. 3.Aan de arbeiders wier prestaties aanvangen vanaf 14 uur of later, wordt een premie toegekend van 0,17 EUR per uur.

Deze premie is niet cumuleerbaar met premies voor nachtwerk of laatavondopeningen, noch met bestaande ploegenpremies. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2001 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 2003.

Op 1 april van elk jaar wordt zij stilzwijgend verlengd voor een periode van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen, uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.

Art. 5.Deze overeenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 september 1991.

Commentaar Tot 31 december 2001 stemt het bedrag van 0,17 EUR voorzien in de artikelen 2 en 3, overeen met een bedrag van 7 BEF. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 juni 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^