gepubliceerd op 14 juli 2000
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juni 1999 houdende vaststelling van het maximum aantal plaatsen van beschut wonen dat in gebruik mag worden genomen alsmede van de regelen inzake de gelijkwaardige vermindering van een aantal ziekenhuisbedden zoals bedoel in artikel 35 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987
5 JUNI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juni 1999 houdende vaststelling van het maximum aantal plaatsen van beschut wonen dat in gebruik mag worden genomen alsmede van de regelen inzake de gelijkwaardige vermindering van een aantal ziekenhuisbedden zoals bedoel in artikel 35 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 34, gewijzigd bij de wetten van 30 december 1988 en 22 december 1989;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 juni 1999 houdende vaststelling van het maximum aantal plaatsen van beschut wonen dat in gebruik mag worden genomen alsmede van de regelen inzake de gelijkwaardige vermindering van een aantal ziekenhuisbedden zoals bedoeld in artikel 35 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 april 2000;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 mei 2000;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, afdeling Programmatie en Erkenning, gegeven op 8 april 1999;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat door het koninklijk besluit van 16 juni 1999 houdende vaststelling van het maximum aantal plaatsen van beschut wonen dat in gebruik mag worden genomen alsmede van de regelen inzake de gelijkwaardige vermindering van een aantal ziekenhuisbedden zoals bedoeld in artikel 35 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, de mogelijkheid wordt geboden om ziekenhuisbedden en plaatsen voor psychiatrische gezinsverpleging te reconverteren naar plaatsen voor beschut wonen; dat de huidige programmatie voor beschut wonen belet om ten volle gebruik te maken van deze mogelijkheid; dat er echter een behoefte bestaat om bijkomende plaatsen voor beschut wonen op te richten; daar daarom door onderhavig koninklijk besluit de programmatie voor de plaatsen voor beschut wonen wordt opgetrokken naar 0,5 plaatsen per duizend inwoners; dat eveneens, gelet op de gelijktijdige wijziging van de erkenningsnormen dienaangaande, voorzien wordt dat binnen dit programmatiecriterium maximaal 0,1 plaatsen per duizend inwoners mogen ingenomen worden door plaatsen van beschut wonen die architecturaal niet voldoen aan het concept van collectief wonen; dat gelet op het feit dat het engagement tot reconversie dient te zijn aangegaan vóór 1 juni 2000, het dringend geboden is de ziekenhuizen zo snel mogelijk op de hoogte te brengen van deze wijziging;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 9 mei 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 juni 1999 houdende vaststelling van het maximum aantal plaatsen van beschut wonen dat in gebruik mag worden genomen alsmede van de regelen inzake de gelijkwaardige vermindering van een aantal ziekenhuisbedden zoals bedoeld in artikel 35 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 2.Het maximum aantal plaatsen van beschut wonen dat in gebruik mag worden genomen bedraagt 0,5 plaatsen per duizend inwoners. Binnen dit programmatiecriterium kunnen voor het Rijk maximum 0,1 plaatsen zoals bedoeld in artikel 7bis van het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van initiatieven van beschut wonen ten behoeve van psychiatrische patiënten, per duizend inwoners worden opgericht. ».
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 juni 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE