Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 februari 2001
gepubliceerd op 29 maart 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 21 november 2000 van het Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen betreffende de vaststelling van de vakantiedata voor het jaar 2001

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001022101
pub.
29/03/2001
prom.
05/02/2001
ELI
eli/besluit/2001/02/05/2001022101/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 FEBRUARI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 21 november 2000 van het Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen betreffende de vaststelling van de vakantiedata voor het jaar 2001


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 38, eerste lid, 4;

Gelet op de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, inzonderheid op artikel 8;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, inzonderheid op artikel 63, eerste lid;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen waarbij de algemeen verbindend verklaring wordt gevraagd voor de beslissing van 21 november 2000 betreffende de vaststelling van de vakantiedata voor het jaar 2001;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen beslissing van 21 november 2000 van het Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen betreffende de vaststelling van de vakantiedata voor het jaar 2001.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 februari 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

Bijlage Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen Beslissing van 21 november 2000 Vaststelling van de vakantiedata voor 2001

Artikel 1.Onderhavige beslissing werd genomen door de volgende organisaties : ACV Bouw en Industrie, op voornoemde zitting vertegenwoordigd door de heren I. Himpe, V. Milan, R. Van Genechten en J. Daerden.

Algemene Centrale van het Algemeen Belgisch Vakverbond, op voornoemde zitting vertegenwoordigd door de heer R. Geybels.

Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België, op voornoemde zitting vertegenwoordigd door de heer L. De Groote.

Belgische Baksteenfederatie V.Z.W., op voornoemde zitting vertegenwoordigd door de heren T. Castermans, J. Deschuyter, R. Lauwers, J. Van den Bossche en K. Wuyts.

Art. 2.Deze beslissing is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen gelegen in de gerechtelijke kantons Boom en Kontich.

Art. 3.Voor de werklieden en werksters wordt de hoofdvakantie als volgt vastgesteld : 1° aan de stokers van continu-ovens wordt een ononderbroken vakantieperiode toegestaan met een minimum van eenentwintig of tweeëntwintig kalenderdagen, naargelang de vakantieperiode al dan niet een betaalde wettelijke feestdag omvat, in de periode van 1 mei 2001 tot 31 oktober 2001, op in gemeen overleg vastgestelde data tussen de betrokkenen en de werkgever;2° voor alle andere werklieden en werksters wordt een ononderbroken vakantieperiode toegestaan, met een minimum van eenentwintig of tweeëntwintig kalenderdagen, naargelang deze vakantieperiode al dan niet 21 juli of 15 augustus omvat, in de periode van 15 juni 2001 tot en met 31 augustus 2001. In elke onderneming kunnen, door de ondernemingsraad, of bij ontstentenis daarvan, in akkoord met de syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis van deze laatste in gemeen overleg tussen de betrokkenen en de werkgever de data van deze ononderbroken vakantie collectief vastgesteld worden, ofwel voor het ganse personeel, ofwel in twee of drie beurten, telkens voor een gedeelte van het personeel.

Art. 4.In afwijking van artikel 3, zal volgende vakantieregeling worden toegepast : - bij de Steenbakkerij Damman te NIEL, NV Steenfabrieken Desimpel met vestigingen in Niel en Terhagen en bij de N.V. Syndikaat Machiensteen te Rumst : in de periode van 11 juni 2001 tot en met 30 september 2001.

Art. 5.Onverminderd de bepalingen van artikel 3, worden de overige vakantiedagen, waarop de werknemers nog recht hebben, op in gemeen overleg vastgestelde data tussen de betrokkenen en de werkgever, toegekend tussen 1 januari en 31 december 2001.

De data van deze vakantiedagen kunnen collectief vastgesteld worden door de ondernemingsraad, of bij ontstentenis daarvan, in akkoord met de syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis van deze laatste, bij akkoord tussen de werkgever en de betrokken werklieden en werksters.

Art. 6.Bij het vaststellen van de data van de resterende vakantiedagen, zal er over gewaakt worden dat de produktiecapaciteit van de onderneming niet in het gedrang komt, ondermeer door bedoelde vakantiedagen te splitsen en te spreiden over het gehele jaar, door de vakantie te verlenen in de stille perioden ter gelegenheid van bruggen, plaatselijke of andere feesten, hierbij telkens met inachtneming van de particuliere toestand van de onderneming en de aard van de produktiemethoden.

Art. 7.De overeenkomstig artikel 3, 2° vastgestelde periode van collectief verlof wordt aan de werklieden en werksters bekendgemaakt door aanplakking in de onderneming vóór 31 december 2000.

In geval van vaststelling van collectief verlof in twee of drie beurten, wordt deze aanplakking, voor elke verlofbeurt, aangevuld met de naamlijst van de betrokken werklieden en werksters.

Indien, overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de onderneming de overige vakantiedagen collectief worden vastgesteld, worden deze eveneens aan de werklieden en werksters bekendgemaakt door aanplakking in de onderneming vóór 31 december 2000.

Art. 8.Uiterlijk op 31 december 2000 dient de werkgever afschrift over te maken van de in toepassing van vorig artikel aangeplakte kennisgevingen aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité, die hiervan mededeling doet aan de organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen vóór 15 januari 2001.

Art. 9.In geval van vaststelling van collectief verlof in twee of drie beurten, dient de werkgever de definitieve naamlijst van de werklieden en werksters voor elke verlofbeurt over te maken uiterlijk op 1 juni 2001 aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité voor de steenbakkerij van de provincie Antwerpen, die hiervan mededeling doet aan de in artikel 8 voornoemde organisaties uiterlijk op 15 juni 2001.

Art. 10.Deze beslissing is van toepassing voor de vakantie te nemen in 2001.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 februari 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^