gepubliceerd op 12 maart 2013
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming
5 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 december 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011 Permanente vorming (Overeenkomst geregistreerd op 6 oktober 2011 onder het nummer 106094/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid, met uitzondering van de sector van de bakkerijen, de banketbakkerijen die "verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en verbruikszalen bij een banketbakkerij. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Kader
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2011 betreffende de sociale programmatie 2011-2012. HOOFDSTUK III. - Permanente vorming
Art. 3.§ 1. De werkgever is eraan gehouden een volume professionele vorming te organiseren voor de arbeiders, overeenstemmend op jaarbasis met 1,10 pct. van het totaal volume van de gepresteerde arbeidstijd van alle arbeiders van de onderneming. § 2. Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van § 1 van artikel 3 van de huidige overeenkomst en bij toepassing van artikel 30 van de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten betreffende het Generatiepact en het koninklijk besluit van 11 oktober 2007, komen de partijen overeen om de vormingsinspanningen in 2011 en 2012 te verhogen volgens de volgende modaliteiten : - Vanaf 1 januari 2011 is de werkgever eraan gehouden de participatiegraad van de arbeiders aan de professionele vorming te verhogen met 5 procentpunten tegenover het jaar 2010. - Vanaf 1 januari 2012 worden de vormingsinspanningen opgetrokken met 0,10 pct. van de loonmassa door een verhoging van de bijdrage aan het sectoraal opleidingsfond IPV van 0,10 pct.
Art. 4.Met de ondernemingsraad en bij ontstentenis de vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de opstelling van een opleidingsplan om deze doelstelling te bereiken, waarbij beroep kan gedaan worden op de ondersteuning door het IPV. In deze opleidingsplannen zal bijzondere aandacht uitgaan naar de risicogroepen.
Art. 5.De werkgever dient de informatie over de toepassing van deze maatregel te organiseren zoals artikel 8 van collectieve arbeidsovereenkomst nummer 9 en de reglementering betreffende de sociale balans het voorschrijven.
Paritair commentaar : De werkgever zal op het einde van elk jaar moeten kunnen bewijzen dat hij een aantal uren vorming georganiseerd heeft ten belope van 1,10 pct. van het totaal van gepresteerde arbeidsuren van alle arbeiders samen en dat de participatiegraad van de arbeiders aan de opleidingen het niveau behaalt zoals vastgelegd door artikel 3, § 2.
De sociale partners raden aan deze berekeningen te laten overeenstemmen met deze van de sociale balans.
Het totaal volume arbeidstijd komt overeen met het aantal gepresteerde uren opgegeven in de sociale balans onder de rubriek 101. Het aantal opleidingsuren staat onder de rubrieken 5802/5812, 5822/5832 en 5842/5852.
De participatiegraad aan de vorming is terug te vinden onder de rubrieken 5801/5811, 5821/5831 en 5841/5851 van de sociale balans.
Voor het begrip professionele vorming verwijzen we naar de definitie in de toelichtingsnota van de Nationale Bank met betrekking tot de opleidingsactiviteiten opgenomen in de sociale balans. Onder deze opleidingsactiviteiten vallen zowel de formele en de minder formele en informele voortgezette beroepsopleiding als de initiële beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever.
De tijd besteed aan professionele vorming dient beschouwd te worden als arbeidstijd vermits de arbeider ter beschikking van de werkgever staat. HOOFDSTUK IV. - Onthaal van werknemers
Art. 6.§ 1. Partijen herinneren aan het koninklijk besluit van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007201364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het onthaal en de begeleiding van werknemers met betrekking tot de bescherming van het welzijn bij de uitvoering van hun werk type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 08/08/2007 numac 2007000720 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het onthaal en de begeleiding van werknemers met betrekking tot de bescherming van het welzijn bij de uitvoering van hun werk. - Duitse vertaling sluiten betreffende het onthaal en de begeleiding van werknemers met betrekking tot de bescherming van het welzijn bij de uitvoering van hun werk. § 2. Met de ondernemingsraad en bij ontstentenis de vakbondsafvaardiging zal overlegd worden over de praktische toepassing van dit koninklijk besluit in de onderneming en met name over de faciliteiten en opleiding van de ervaren werknemers die worden aangeduid voor de begeleiding van de beginnende werknemer. Het IPV zal een kosteloze training aanbieden om deze ervaren werknemers op te leiden voor deze taak. HOOFDSTUK V. - Inspanningen ten voordele van de risicogroepen
Art. 7.§ 1. Huidig hoofdstuk wordt gesloten in toepassing van titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen, laatst gewijzigd door de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het IPA (Belgisch Staatsblad van 7 februari 2011). § 2. Gedurende de jaren 2011-2012 zal het IPV 0,15 pct. van de brutolonen, besteden aan de vorming van werkenden en werkzoekenden uit de risicogroepen.
Art. 8.Worden als risicogroepen beschouwd : - de werklozen in het algemeen en werklozen jonger dan 30 jaar in het bijzonder; - de laaggeschoolde werknemers; - de werknemers ouder dan 50 jaar; - de werknemers bedreigd door een herstructurering, een collectief ontslag of een sluiting van onderneming; - de ontslagen werknemers; - de gehandicapten; - de allochtonen; - de industriële leerlingen.
Art. 9.Volgende inspanningen zullen worden gedaan tijdens de jaren 2011-2012 : - het aantal industriële leerlingen gespreid over twee jaar zal minstens 200 bedragen; - het aantal werkzoekenden en werkenden uit de risicogroepen dat een IPV-vorming geniet zal jaarlijks minstens 3 000 bedragen; - de vorming van werkzoekenden onder de risicogroepen zal zodanig georganiseerd worden dat de kansen op tewerkstelling in de sector reëel zijn. HOOFDSTUK VI. - Berekening van de theoretische verplichting tot het aanwerven van jongeren met een startbaanovereenkomst voor de sector
Art. 10.Volgens de recentste statistische gegevens van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven stelden de ondernemingen van de sector met 50 of meer werknemers, op 30 juni 2010 56 225 werknemers tewerk.
Op basis van deze gegevens is de sector verplicht om voor 1 687 personen een startbaanovereenkomst te sluiten.
HOODFSTUK VII. - Financiering IPV
Art. 11.§ 1. De bijdrage van de werkgever per arbeider is vastgesteld op 0,20 pct. van de lonen. § 2. Vanaf 1 januari 2012 en dit voor onbepaalde duur, is de bijdrage van de werkgever per arbeider vastgesteld op 0,30 pct. van de lonen.
Art. 12.IPV zal de bijdragen bedoeld in artikel 11 aanwenden voor de vorming van de werkenden, werkzoekenden en industriële leerlingen. HOOFDSTUK VIII. - Geldigheidsduur
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011 en geldt voor onbepaalde tijd.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009 beftreffende de permanente vorming, afgesloten in de schoot van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 april 2010 (Belgisch Staatsblad van 9 juni 2010).
De collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door één der partijen, met een opzegging van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 december 2012.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK