gepubliceerd op 21 december 2011
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 1990 tot vaststelling van het bedrag der presentiegelden en vergoedingen toegekend aan de leden van de onderscheiden consultatieve organen van de Middenstand
5 DECEMBER 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 1990 tot vaststelling van het bedrag der presentiegelden en vergoedingen toegekend aan de leden van de onderscheiden consultatieve organen van de Middenstand
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid;
Gelet op de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979, artikel 25, § 2, gewijzigd bij de wetten van 27 mei 1999 en 9 juli 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 december 1990 tot vaststelling van het bedrag der presentiegelden en vergoedingen toegekend aan de leden van de onderscheiden consultatieve organen van de Middenstand;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 april 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 27 oktober 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 16 juni 2010;
Gelet op advies 47.748/1 van de Raad van State, gegeven op 11 februari 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van K.M.O.'s en Zelfstandigen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1, c) van het koninklijk besluit van 12 december 1990 tot vaststelling van het bedrag der presentiegelden en vergoedingen toegekend aan de leden van de onderscheiden consultatieve organen van de Middenstand, wordt opgeheven.
Art. 2.In artikel 2, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden « en van de Kamers van ambachten en neringen » opgeheven.
Art. 3.In artikel 3, eerste lid van hetzelfde besluit wordt het woord « , kamers » opgeheven.
Art. 4.In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 oktober 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 04/10/2002 pub. 22/11/2002 numac 2002016213 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit tot wijziging, met het oog op de omschakeling naar de euro, van diverse bepalingen inzake ambtenarenzaken die ressorteren onder de bevoegdheid van het Ministerie van Middenstand en Landbouw sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden de woorden « en van de Kamers van ambachten en neringen » opgeheven;2° in de paragrafen 1 en 3 worden de woorden « 49,58 EUR » vervangen door de woorden « 150 euro »;3° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden « 7,44 EUR » vervangen door de woorden « 25 euro » en worden de woorden « , al naar gelang het geval, », « of van de betrokken Kamer van ambachten en neringen » en de woorden « of van de Kamer van ambachten en neringen » opgeheven;4° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden « 29,75 EUR » vervangen door de woorden « 100 euro »;5° een paragraaf 4 wordt toegevoegd luidende : « § 4.De mobiliteitsregeling toepasselijk op de wedden van het personeel van de federale overheidsdiensten geldt tevens voor de toelagen vermeld in artikel 4, §§ 1, 2 en 3. Zij zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01. »
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 6.De Minister bevoegd voor Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 december 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van K.M.O.'s en Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE