Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 oktober 2011
gepubliceerd op 08 december 2011

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de bijkomende werkloosheidsuitkeringen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2011204824
pub.
08/12/2011
prom.
04/10/2011
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de bijkomende werkloosheidsuitkeringen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de bijkomende werkloosheidsuitkeringen.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 oktober 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2011 Bijkomende werkloosheidsuitkeringen (Overeenkomst geregistreerd op 31 mei 2011 onder het nummer 104268/CO/136) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking vallen, met uitzondering van de ondernemingen waar papieren hulzen worden vervaardigd.

Art. 2.De in artikel 1 bedoelde arbeiders en arbeidsters hebben recht op een bijkomende uitkering zodra zij onvrijwillig werkloos worden gesteld.

Als onvrijwillig werklozen in de zin van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden aangezien, de arbeiders en arbeidsters die door de werkgever werkloos worden gesteld, met uitzondering van de perioden van werkloosheid die het gevolg zijn van werkstakingen of uitsluitingen en geen recht geven op wettelijke werkloosheidsuitkeringen, alsook die welke het gevolg zijn van overmacht. HOOFDSTUK II. - Tijdelijke werkloosheid

Art. 3.Het dagelijks bedrag van de bijkomende werkloosheidsuitkeringen bedraagt voor de arbeiders en arbeidsters 5,40 EUR voor de eerste twee weken van een periode van volledige schorsing onder het stelsel van de tijdelijke werkloosheid alsook voor de twee maanden van gedeeltelijke schorsing.

Het dagbedrag wordt verhoogd tot 6,98 EUR voor de derde en de vierde week van elke ononderbroken periode van volledige schorsing onder het stelsel van de tijdelijke werkloosheid.

Voor de volledige periode van gedeeltelijke schorsing blijft het dagelijks bedrag van de bijkomende werkloosheidsuitkeringen vastgesteld op 5,40 EUR. In ondernemingen waar gunstiger regelingen bestaan, blijven deze van toepassing. Indien deze regelingen van bepaalde duur zijn, dan wordt de eventuele verlenging van de bestaande regeling op bedrijfsvlak besproken.

Art. 4.Om de uitkeringen te genieten die bepaald zijn in artikel 3, moeten de arbeiders en arbeidsters voldoen aan de volgende voorwaarden : a) zes maanden in de onderneming hebben gewerkt;b) niet ongeoorloofd het werk hebben verzuimd tijdens de dertig kalenderdagen welke de dag voorafgaan waarop zij werkloos werden.Het verzuim dat bepaald is in de wetgeving op de feestdagen en datgene dat conventioneel tussen de partijen is bedongen, wordt als geoorloofd verzuim beschouwd.

Art. 5.Het aantal dagelijkse uitkeringen wordt beperkt tot 150 per jaar en per arbeider of arbeidster in geval van onvrijwillige werkloosheid (hetzij tijdelijk, hetzij na ontslag om andere dan dringende reden).

Elke week wordt als een week van vijf werkdagen beschouwd.

Voor de arbeiders en arbeidsters met een deeltijdse arbeidsovereenkomst worden de dagelijkse uitkeringen pro rata toegekend.

Art. 6.De dagelijkse uitkeringen worden iedere maand rechtstreeks door de werkgever op de zetel van de onderneming betaald op vertoon door de arbeider of arbeidster van zijn (of haar) officiële werkloosheidskaart of van elk ander bewijskrachtig document dat door het werkloosheidsbureau is opgemaakt. HOOFDSTUK III. - Volledige werkloosheid

Art. 7.De arbeiders en arbeidsters die om andere dan dringende redenen worden ontslagen, kunnen het saldo van een krediet van 130 dagelijkse uitkeringen à rato van 5,40 EUR per dag bekomen op vertoon van hun officiële werkloosheidskaart of van elk ander bewijskrachtig document dat door het werkloosheidsbureau is opgemaakt.

Zij behouden hun recht op het saldo van hun krediet van 130 dagelijkse uitkeringen gedurende maximum 7 maanden die op hun ontslag volgen, zelfs wanneer zij in een andere onderneming in dienst werden genomen en opnieuw definitief werkloos werden. De betrokkenen mogen evenwel de voordelen van twee verschillende regelingen van bestaanszekerheid niet gelijktijdig genieten. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 8.Bij economische werkloosheid mag het globale belastbare jaarinkomen, bestaande uit lonen, werkloosheidsvergoeding en bestaanszekerheid niet hoger liggen dan het totale belastbaar jaarinkomen bij volledige tewerkstelling.

In ondernemingen waar gunstigere regelingen bestaan, blijven deze van toepassing voor de duurtijd bepaald bij bedrijfscollectieve arbeidsovereenkomst/-reglement.

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing van 1 mei 2011 tot 31 januari 2013. Zij wordt echter van jaar tot jaar stilzwijgend verlengd, behoudens opzegging door één van de partijen, met een opzeggingstermijn van 3 maanden, gericht aan de voorzitter van het paritair comité bij een ter post aangetekend schrijven.

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 2009 betreffende de bijkomende werkloosheidsuitkeringen met ingang van 1 mei 2011.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 oktober 2011.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mme J. MILQUET

^