gepubliceerd op 18 mei 2005
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 september 2003 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan sommige personeelsleden van de diensten die de Rechterlijke Macht terzijde staan
4 MEI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 september 2003 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan sommige personeelsleden van de diensten die de Rechterlijke Macht terzijde staan
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 185, eerste lid, gewijzigd bij de wetten van 15 juli 1970, 17 februari 1997 en 23 mei 2003 en op artikel 380, vervangen bij de wet van 17 februari 1997, gewijzigd bij de wet van 12 april 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 september 2003 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan sommige personeelsleden van de diensten die de Rechterlijke Macht terzijde staan;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 maart 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 2 september 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 28 september 2004;
Gelet op het protocol nr. 125/1 van 21 juni 2001 van het Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 281 houdende de besluiten van de onderhandelingen van Sectorcomité III - Justitie, op datum van 21 maart 2005;
Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, §1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat op 1 april 2003 een protocol werd afgesloten tussen de Ministers van Justitie, Ambtenarenzaken, een vertegenwoordiger van de Minister van Begroting en de representatieve syndicale organisaties omtrent de modernisering van het personeelsbeleid voor het personeel van griffies en parketten;
Overwegende dat hierbij onder meer voor wat betreft de attachés in de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie en de personeelsleden van niveau 1 bij de griffies en de parketsecretariaten een verhoging van het vakantiegeld werd toegekend tot 80 % vanaf 2004 en tot 92 % vanaf 2006;
Overwegende dat het verhoogd vakantiegeld in uitvoering van het protocol van 1 april 2003 werd uitbetaald in mei 2004;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en van Onze Minister van Begroting, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 29 september 2003 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan sommige personeelsleden van de diensten die de Rechterlijke Macht terzijde staan wordt aangevuld als volgt : « 5° de attachés in de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie; 6° de personeelsleden van niveau 1 bij de griffies en de parketsecretariaten.»
Art. 2.Artikel 3, § 2, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 3.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « In afwijking van artikel 3, wordt het vakantiegeld voor de personeelsleden bedoeld in artikel 1, 2° en 4° voor het jaar 2002, vastgesteld op 82 % van een twaalfde van de jaarwedde die gekoppeld is aan de index van de consumptieprijzen, die de wedde bepaalt welke verschuldigd is voor de maand maart van het vakantiejaar.
In afwijking van artikel 3, wordt het vakantiegeld voor de personeelsleden bedoeld in artikel 1, 5° en 6°, voor de jaren 2004 en 2005, vastgesteld op 80 % van een twaalfde van de jaarwedde die gekoppeld is aan de index van de consumptieprijzen, die de wedde bepaalt welke verschuldigd is voor de maand maart van het vakantiejaar. »
Art. 4.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « De personeelsleden bedoeld in artikel 1, 2° en 4°, die tijdens het referentiejaar 2001 benoemd worden of contractueel tewerkgesteld in een functie bedoeld in artikel 1, 1° en 3° in 2002 krijgen eveneens een vakantiegeld zoals bedoeld in artikel 12, eerste lid, berekend op de laatst verschuldigde wedde in de oorspronkelijke functie overeenkomstig de prestaties geleverd in deze oorspronkelijke functie.
De personeelsleden bedoeld in artikel 1, 1° tot 4°, die tijdens de referentiejaren 2003 of 2004 benoemd worden of contractueel tewerkgesteld in een functie bedoeld in artikel 1, 5° en 6°, in 2004 en 2005 krijgen eveneens een vakantiegeld zoals bedoeld in artikel 3 berekend op de laatst verschuldigde wedde in de oorspronkelijke functie overeenkomstig de prestaties geleverd in deze oorspronkelijke functie. »
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.
Art. 6.Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 mei 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE