gepubliceerd op 15 april 2010
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de sector van de beschuitfabrieken
4 MAART 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de sector van de beschuitfabrieken (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de sector van de beschuitfabrieken.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 maart 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2009 Loon- en arbeidsvoorwaarden in de sector van de beschuitfabrieken (Overeenkomst geregistreerd op 13 oktober 2009 onder het nummer 94948/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders tewerkgesteld in de beschuitfabrieken. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Uurlonen
Art. 2.Op 1 januari 2009, gelden de volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die geen zes maanden anciënniteit in de onderneming tellen, en dit ongeacht hun leeftijd :
Categorie Catégorie
38-urenweek 38 heures/semaine
37-urenweek 37 heures/semaine
I
11,03 EUR
11,27 EUR
II
11,39 EUR
11,67 EUR
III
11,77 EUR
12,04 EUR
IV
12,14 EUR
12,42 EUR
Art. 3.Op 1 januari 2009, gelden de volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die zes maanden anciënniteit in de onderneming tellen, en dit ongeacht hun leeftijd :
Categorie Catégorie
38-urenweek 38 heures/semaine
37-urenweek 37 heures/semaine
I
11,41 EUR
11,65 EUR
II
11,79 EUR
12,07 EUR
III
12,18 EUR
12,43 EUR
IV
12,55 EUR
12,85 EUR
Art. 4.§ 1. Op 1 januari 2010, worden de minimumlonen vermeld in artikelen 2 en 3 na indexering verhoogd met 0,08 EUR. § 2. Ondernemingen kunnen de toepassing van de in dit artikel bepaalde verhoging van de minimumuurlonen in hun onderneming uitstellen tot 1 januari 2011 door middel van een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak gesloten uiterlijk op 30 juni 2009.
Art. 5.Op 1 juli 2010, worden de minimumuurlonen vermeld in artikelen 2 en 3 voor een tweede keer verhoogd met 0,08 EUR, na eventuele indexering.
Art. 6.De voorwaarde van zes maanden anciënniteit is ingevuld op de dag dat de som van alle tewerkstellingsperiodes, al dan niet onderbroken, bij een zelfde werkgever in de loop van de laatste twee jaar minstens zes maanden bedraagt.
Onder "tewerkstellingsperiodes" dient men te verstaan de periodes gedekt door : - alle arbeidsovereenkomsten, van welke aard ook, zelfs al wordt de uitvoering ervan geschorst; en/of - door een interimovereenkomst
Art. 7.In afwijking op artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978) de volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 2 vermelde minimumlonen :
Leeftijd
Percentage
Age
Pourcentage
18 jaar en ouder
90
18 ans et plus
90
17 jaar
80
17 ans
80
16 jaar
70
16 ans
70
15 jaar
60
15 ans
60
HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 8.De bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minimumuurlonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2009 betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid (overeenkomst geregistreerd onder het nummer 94934/CO/118). HOOFDSTUK IV. - Premie voor nachtarbeid
Art. 9.§ 1. Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 10 pct. met een minimum van 1,62 EUR per uur wordt toegekend voor nachtarbeid. § 2. Deze uurtoeslag wordt op 1 januari 2010 gebracht op 10 pct. met een minimum van 1,71 EUR per uur.
Art. 10.De nacht omvat een periode van 8 uren die, behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, loopt van 22 tot 6 uur. HOOFDSTUK V. - Premie voor ploegenarbeid
Art. 11.Een minimum uurtoeslag van : - 0,41 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de morgenploeg; - 0,46 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg.
Deze minimum uurtoeslagen worden op 1 januari 2010 gebracht op : - 0,43 EUR voor de arbeid geleverd in de morgenploeg; - 0,49 EUR voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg.
Behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, zijn de arbeidsuren van de ploegen als volgt vastgesteld : - voor de morgenploeg : van 6 tot 14 uur; - voor de namiddagploeg : van 14 tot 22 uur. HOOFDSTUK VI. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de nacht- en ploegenarbeid
Art. 12.De premies voorzien in de artikelen 9 en 11 zijn echter niet van toepassing in de ondernemingen die gelijkwaardige premies toepassen, gebaseerd op gelijkaardige criteria. HOOFDSTUK VII. - Geldigheid
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 4 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de beschuitfabrieken, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 maart 2008 (Belgisch Staatsblad van 16 april 2008).
Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2010. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.
Gunstigere regelingen die vóór de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.
Commentaar bij artikel 6 : De partijen komen overeen dat deze periode van zes maanden opgebouwd kan worden door al dan niet onderbroken tewerkstellingsperiodes bij dezelfde werkgever in een referentieperiode van twee jaar. Eens deze voorwaarde van zes maanden is gerealiseerd, is die verworven voor alle latere periodes van tewerkstelling bij deze werkgever.
Commentaar bij artikel 7 : Deze minimumuurlonen van de jongere werklieden, tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, werden vastgelegd rekening houdend met de opleidingsperiode van toepassing op jonge arbeiders en het vergemakkelijken van de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 maart 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET