4 MAART 1998. Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 4 van het koninklijk besluit van 20 augustus 1996 tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 oktober 1978 tot uitvoering van de artikelen 400 tot 404 en van artikel 408, § 2, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van de artikelen 30bis en 30ter, § 9, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 30bis, ingevoegd door de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering en gewijzigd bij de programmawet van 6 juli 1989, en artikel 30ter, ingevoegd door de wet van 22 januari 1985 en gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1989, 22 december 1989, 20 juli 1991, 6 augustus 1993 en 30 maart 1994;

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op de artikelen : - 400; - 401 en 402, gewijzigd bij de wet van 6 juli 1994; - 403; - 404, gewijzigd bij de wet van 6 juli 1994; - 408;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 oktober 1978 tot uitvoering van de artikelen 400 tot 404 en van artikel 408, § 2, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van de artikelen 30bis en 30ter, § 9, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 augustus 1996 tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 oktober 1978 tot uitvoering van de artikelen 400 tot 404 en van artikel 408, § 2, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van de artikelen 30bis en 30ter, § 9, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15, derde lid;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende : - dat de inschakelingsbedrijven zo vlug mogelijk moeten op de hoogte gebracht worden van de wijziging betreffende de inwerkingstreding van artikel 1, § 2, en artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 20 augustus 1996 tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 oktober 1978 tot uitvoering van de artikelen 400 tot 404 en van artikel 408, § 2, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van de artikelen 30bis en 30ter, § 9, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; - dat dit besluit dus dringend moet worden getroffen;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 20 augustus 1996 tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 oktober 1978 tot uitvoering van de artikelen 400 tot 404 en van artikel 408, § 2, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van de artikelen 30bis en 30ter, § 9, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, worden de woorden « 1 januari 1998 » vervangen door de woorden « 1 januari 2000 ».

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.

Art. 3.Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 maart 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld