gepubliceerd op 13 juni 1997
Koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken
4 JUNI 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 107, tweede lid, van de gecoördineerde Grondwet;
Gelet op het met redenen omkleed advies van het Tussenoverlegcomité 240 van 3 december 1996;
Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 20 maart en 25 oktober 1996;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 12 mei 1997;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 12 mei 1997;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. De personeelsformatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken bevat de hieronder vermelde betrekkingen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Indien op 1 juli 1997 de in § 1 beoogde betrekkingen vacant gebleven zijn, worden ze ambtshalve in artikel 1, § 1 afgeschaft.
De bepaling van het eerste lid geldt niet voor de betrekkingen van operationeel agent. § 3. De inspecteur van financiën moet vóór de bezetting van de betrekkingen vaststellen dat de voorwaarde vermeld in § 1 vervuld is.
Art. 3.De tekst van artikel 2 van het koninklijk besluit van 13 maart 1995 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt vervangen door de tekst van artikel 2 van dit besluit.
Art. 4.De titularissen van de graad van adviseur-generaal bij het personeel dat ter beschikking wordt gesteld van de provinciegouverneurs, van de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, en van de gouverneur en de vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad blokkeren elk een betrekking van adviseur.
Art. 5.20 betrekkingen van operationeel agent voorzien in artikel 1, § 1 en de 11 betrekkingen van geschoold arbeider en de 9 betrekkingen van arbeider voorzien (zonder sterretje) in artikel 1, § 2 worden voorbehouden voor de overplaatsing van statutaire ambtenaren van de Regie voor Maritiem Transport.
Art. 6.Het koninklijk besluit van 13 maart 1995 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt opgeheven.
Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, behalve artikel 3 dat met ingang van 1 januari 1997 uitwerking heeft.
Art. 8.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 juni 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY