gepubliceerd op 27 augustus 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, betreffende de lonen en de arbeidsvoorwaarden
4 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, betreffende de lonen en de arbeidsvoorwaarden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, betreffende de lonen en de arbeidsvoorwaarden.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de bosontginningen Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003 Lonen en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 8 januari 2004 onder het nummer 69192/CO/125.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de bosontginningen.
Met "werklieden" bedoeld men : de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Vaststelling van de lonen
Art. 2.Vanaf 1 januari 2003 gelden onderstaande minimumlonen in het stelsel van de 38 urenweek verplicht op 5 theoretische arbeidsdagen.
De lonen die hierna vermeld zijn en die bepaald zijn in verhouding tot de doorgaans gekende meeteenheden, regelen slechts de minimumlonen en -vormen, bij toepassing van artikel 2 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon van de werknemers (Belgisch Staatsblad van 30 april 1965), de basiselementen voor de minimumlonen van de werknemers in de bosontginningen rekening houdend met de artikelen 3 en 4 van de algemene voorwaarden, vermeld in hoofdstuk III. § 1. Loofhout A. Kapping 1. Alle soorten Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.Langhout : Naaldhout 40/80 (maximum 3 afmetingen) : 4,59 EUR/m3.
Op werf : épicéa, douglas, lork met doorkorting van perkoenpalen : 7,66 EUR/m3. § 3. Uurloon Uitzonderlijk geval en op aanvraag.
Per uur effectieve arbeid : - ongeschoolden : 7,95 EUR/uur; - geoefenden : 8,67 EUR/uur; - arbeider wegvervoerder : 8,67 EUR/uur (ARAB-premie : 0,97 EUR/uur).
Worden beschouwd als : - "ongeschoolden" : de werklieden die aan geen enkel criterium van de "geoefenden" beantwoorden. - "geoefenden" : - de houthakkers die een professionele vorming hebben gekregen, die erkend wordt door de sociale gesprekspartners en die ten minste een jaar ervaring hebben na deze vorming; - de bestuurder van bosontginningsvoertuigen; - de houthakkers die tenminste twee vergoedingen voor mechanische gereedschappen hebben ontvangen; - met "arbeider wegvervoerder" bedoeld men : De werknemers die houder zijn van een rijbewijs type C of C + E, die de functie uitoefenen van bestuurder van een voertuig met een gewicht gelijk aan of hoger dan 3,5 ton en die bij het uitoefenen van deze functie geconfronteerd worden met het probleem van de onproductieve arbeidstijden.
De loons- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders wegvervoerders zijn bepaald door het koninklijk besluit van 10 augustus 2001 (Belgisch Staatsblad van 30 augustus 2001) betreffende de arbeidsduur van de werklieden wegvervoerders in het Paritair Comité voor de Houtnijverheid en door de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 2002 betreffende de arbeidsvoorwaarden van de arbeiders wegvervoerders. HOOFDSTUK III. - Algemene voorwaarden
Art. 3.Het ligt voor de hand dat de lonen die zijn vastgesteld in deze collectieve arbeidsovereenkomst worden beschouwd als minimumlonen die van toepassing zijn op een zogenoemde normale hakplaats en worden berekend op basis van een wettelijke arbeidsduur van achtendertig uur/week gespreid -over vijf theoretische dagen.
Dit betekent dat het om minimumlonen gaat die verplicht moet worden nageleefd bij de ontginningswerken op de hakplaatsen die in overeenstemming zijn met de meerderheid van de gevallen voor een bepaalde streek : - wat de specificatie en de kwaliteit van het hout betreft dat er wordt aangetroffen; - rekening houdend met het beoogde gebruik van de behandelde houtsoorten; - en wat de topografie betreft die het vaakst voorkomt in de betrokken streek.
De contractuele lonen, dit wil zeggen de lonen die vastgesteld zijn in de individuele arbeidsovereenkomst mogen dus in geen geval lager zijn dan de genoemde, bij overeenkomst vastgestelde lonen; de contractuele lonen worden tegensprekelijk vastgesteld op de te ontginnen hakplaats rekening houdend met de kenmerken van deze hakplaats ten opzichte van de normale hakplaats zoals hierboven wordt bepaald.
Art. 4.De conventionele minimumlonen bevatten geen raming van loon in natura zoals is bepaald in artikel 6, hoofdstuk II, 5de lid, van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers (Belgisch Staatsblad van 30 april 1965).
Dit geldt eveneens voor de individuele contractuele lonen tenzij dit gedeelte van het loon schriftelijk werd vastgesteld, meegedeeld aan de werknemer bij zijn indienstneming en ingeschreven op de individuele rekening voorzien bij koninklijk besluit van 9 september 1966, waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 2 maart 1966 van het Nationaal Paritair Comité voor de houtnijverheid tot vaststelling van de gegevens, die de afrekening moet bevatten welke in de bosontginningsbedrijven bij elke definitieve betaling van het loon aan de werkman overhandigd wordt (Belgisch Staatsblad van 21 september 1966).
Art. 5.Onverminderd de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, kunnen de werklieden en de werkgever in gemeen overleg gebeurlijk en voornamelijk in de bijzondere gevallen een andere wijze van vaststelling van het loon bepalen welke in dat geval schriftelijk moet opgemaakt worden.
Art. 6.Aldus wordt de beloning per uur toegelaten maar voor de bijzondere en uitzonderlijke gevallen dat, op uitdrukkelijk verzoek van de ene of de andere partij het verzoek voor de tewerkstelling werd geformuleerd.
In dit geval bedraagt het minimumuurloon dat, van toepassing geregeld bij de bepalingen van § 3 hierboven.
Art. 7.Elke definitieve of tijdelijke wijziging van één of ander punt (arbeidsvoorwaarden, functie, loonbedragen, betalingswijzen, enz...) die vermeld is in de arbeidsovereenkomst die is bepaald in artikel 1 van het arbeidsreglement van de bosontginningen en die werd gesloten voor een onderneming zoals bedoeld in artikel 11 van het genoemde reglement kan tijdens de uitvoering van de overeenkomst slechts worden aangebracht na formele schriftelijke instemming van de werkgever en de werknemers.
Er zal melding van gemaakt worden in de individuele afrekening bepaald bij het voornoemd koninklijk besluit van 9 september 1966.
Art. 8.De lonen of voorschotten worden minstens tweemaal per maand uitbetaald. HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 9.De in hoofdstuk II vastgestelde lonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen maandelijks vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Art. 10.De lonen worden vier keer per jaar aangepast, in het begin van ieder kalenderkwartaal, vanaf de eerste kalenderdag van dit kwartaal en gelden gedurende het gehele kwartaal.
Art. 11.In het begin van ieder kwartaal worden de vastgestelde minimumlonen verhoogd of verlaagd door toepassing van het quotient met 4 decimalen (bruto cijfer) en bekomen door het rekenkundig gemiddelde van de eerste twee maanden van het afgelopen kwartaal te delen door het rekenkundig gemiddelde van de eerste twee maanden van het vorige kwartaal.
Art. 12.De aldus bekomen lonen, welke vanaf 1 januari 2002 uitgedrukt in euro, worden afgerond op de hogere cent indien het duizendste van het bruto-cijfer hoger is dan of gelijk aan 5, naar de lagere cent indien het duizendste van het bruto-cijfer lager is dan 5. HOOFDSTUK V. - Arbeidsduur
Art. 13.Vanaf 1 december 1987 bedraagt de wekelijkse arbeidsduur achtendertig uren gespreid over vijf theoretische dagen. HOOFDSTUK VI. - Geldigheidsduur en slotbepalingen
Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Ze vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 1991 geregistreerd onder het nr. 28726/CO/125.01.
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend bij aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bosontginningen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE