gepubliceerd op 31 augustus 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, houdende een protocol van akkoord voor de jaren 2003-2004, in de subsector voor verhuisondernemingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten
4 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, houdende een protocol van akkoord voor de jaren 2003-2004, in de subsector voor verhuisondernemingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, houdende een protocol van akkoord voor de jaren 2003-2004, in de subsector voor verhuisondernemingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 oktober 2003 Protocol van akkoord voor de jaren 2003-2004, in de subsector voor verhuisondernemingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (Overeenkomst geregistreerd op 21 november 2003 onder het nummer 68576/CO/140.05) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en behoren tot de subsector voor de verhuisondernemingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten alsook op hun werklieden. § 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt bedoeld onder : "verhuizing" : elke overbrenging van installaties van de ene plaats naar de andere, onder meer : privé, kantoren, magazijnen, werkplaatsen, beurzen, fabrieken, tentoonstellingen, enz. ... met inbegrip van alle begeleidende werkzaamheden, zoals inpak, uitpak, monteren, demonteren zonder dat deze opsomming limitatief is; "meubelbewaring" : de opslagplaatsen voor meubelen en andere voorwerpen die dezelfde of gelijkaardige speciale bewaringsinstallaties vergen; "aanverwante activiteiten" : elk goederenvervoer dat het gebruik vereist van voertuigen die speciaal uitgerust zijn zoals voor het vervoer van meubelen en om de beschadiging tijdens het vervoer te voorkomen van diverse goederen zoals nieuwe meubelen, kunstvoorwerpen, elektrische huishoudapparaten, archieven, enz ...; "voertuig speciaal uitgerust voor het vervoer van meubelen" : elk voertuig met vast of beweegbaar koetswerk, niet buigzaam, waterdicht, binnenin voorzien van vastsnoeringsmateriaal, van een stuwinrichting, behoorlijk gebouwd voor het vervoer van verhuizingen en uitgerust met klein stuw- en beschermingsmaterieel, zoals dekens, kisten, elk ander soortgelijk materieel, enz. ... § 3. Onder "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2003-2004. Dit akkoord is gebaseerd op het feit dat het beoogde flexibiliteitsmodel inhoudelijk wordt aanvaard en wettelijk kan worden uitgevoerd. HOOFDSTUK III. - Bepalingen
Art. 3.Flexibiliteit De ondertekende partijen komen overeen om met ingang van 1 januari 2004 een flexibelere arbeidsregeling in te voeren waarbij de nieuwe arbeidstelsels gelijktijdig kunnen voorzien in : a) een dagelijkse arbeidstijd van maximum 10 uren;b) een wekelijkse arbeidstijd van maximum 50 uren;c) een dagelijkse diensttijd van maximum 14 uren per dag;d) een wekelijkse diensttijd van maximum 65 uren per week. De tewerkgestelde werklieden genieten van een flexibiliteitspremie die is verschuldigd voor alle diensturen boven de 38 uur/week die geen aanleiding geven tot uitbetaling van een overloon en die geen aanwezigheidstijd zijn.
De flexibiliteitspremie bedraagt 2,44 EUR (waarde 1 november 2002) per uur en evolueert op dezelfde wijze en op hetzelfde tijdstip van de verwijderingsvergoeding.
Art. 4.ARAB-vergoeding De ondertekenende partijen komen overeen om met ingang van 1 januari 2004, aan de werknemers een ARAB- vergoeding toe te kennen ten bedrage van 0,85 EUR per uur en vanaf 1 december 2004 - 1,00 EUR per uur.
Art. 5.Anciënniteitspremie De ondertekende partijen komen overeen om met ingang van 1 januari 2004 aan de werknemers met een ononderbroken anciënniteit van minstens 5 jaar bij eenzelfde werkgever in de loop van de maand januari een brutopremie toe te kennen volgens de hierna volgende bepalingen : - jaarlijks 27,27 EUR voor werklieden met een anciënniteit van 5, 6, 7, 8 en 9 jaar; - jaarlijks 54,54 EUR voor werklieden met een anciënniteit van 10, 11, 12, 13 en 14 jaar; - jaarlijks 81,81 EUR voor werklieden met een anciënniteit van 15, 16, 17, 18 en 19 jaar; - jaarlijks 109,08 EUR voor werklieden met een anciënniteit van 20 jaar en meer.
De werkgever kan deze bedragen terugvorderen bij het sociaal fonds.
Art. 6.Syndicale premie De ondertekende partijen komen overeen, het bedrag van de syndicale premie ten laste van het sociaal fonds, te verhogen. Voor het jaar 2003 wordt deze premie op 110 EUR gebracht; voor het jaar 2004 wordt deze premie op 115 EUR gebracht.
Art. 7.Verblijfsvergoeding De ondertekende partijen komen overeen, om met ingang van 1 januari 2004 de bedragen van de verblijfsvergoeding als volgt te verhogen : overnachting en ontbijt + 0,20 EUR; middagmaal + 0,20 EUR; avondmaal + 0,37 EUR.
Art. 8.Vergoeding aanvullende werkloosheid De ondertekende partijen komen overeen, om met ingang van 1 januari 2004 de bedragen van de aanvullende werkloosheidsuitkering als volgt te verhogen : - 3,00 EUR in de 5-dagenweek; - 2,50 EUR in de 6-dagenweek.
De ondertekenende partijen komen overeen de vigerende collectieve arbeidsovereenkomst inzake de terugbetaling van de toelagen in die zin te wijzigen, dat de aanvullende werkloosheidsuitkering voor 100 pct. door het sociaal fonds zal worden terugbetaald aan de werkgever die erom verzoekt.
Art. 9.Eindejaarspremie De ondertekenende partijen komen overeen om met ingang van 1 januari 2004 het bedrag van de eindejaar premie als volgt te verhogen : - 150 x uurloon voor het dienstjaar 2003; - 155 x uurloon voor het dienstjaar 2004.
Art. 10.Verlies van medische schifting chauffeur De ondertekende partijen komen overeen om met ingang van 1 januari 2004, de chauffeur de mogelijkheid te bieden om bij verlies van zijn rijbewijs C of CE tengevolge het oogonderzoek, in het bedrijf tewerkgesteld te blijven in een andere functie met loonaanpassing volgens de functieclassificatie hernomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2001. HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling
Art. 11.Partijen komen overeen dat de beoogde, hiervoor in hoofdstuk III, artikel 3 omschreven flexibelere arbeidsregeling, onlosmakelijk deel uitmaakt van dit pakket. Indien de nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst ter zake niet kan doorgaan, komen alle andere onderdelen van hoofdstuk III eveneens te vervallen. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur
Art. 12.Deze arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004.
Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd. Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen.
De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE