gepubliceerd op 18 augustus 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende de loontoeslag voor onregelmatige prestaties
4 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende de loontoeslag voor onregelmatige prestaties (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende de loontoeslag voor onregelmatige prestaties.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de socio-culturele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2002 Loontoeslag voor onregelmatige prestaties (Overeenkomst geregistreerd op 11 juli 2003 onder het nummer 66830/CO/329) Gelet op het « akkoord van de non-profit » van 29 juni 2000, tussen de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het college van de Franse Gemeenschapscommissie, het college van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vertegenwoordigers van de werknemers en van de inrichtende machten;
Gelet op titel III van het besluit 2001/549 van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socio-professionele inschakeling;
Gelet op titel III, hoofdstuk XI, artikel 74 en bijlage V ANM;
Gelet op het protocol gesloten tussen het college van de Franse Gemeenschapscommissie en de sociale onderhandelaars, in uitvoering van het akkoord van de non-profit van 29 juni 2000;
Gelet op het protocol gesloten tussen de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de sociale onderhandelaars, in uitvoering van het akkoord van de non-profit van 29 juni 2000;
Wordt het volgende overeengekomen :
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de socio-professionele invoegorganismen : - zoals bepaald en erkend door de Franse Gemeenschapscommissie via het decreet van 27 april 1995 (decreet betreffende de erkenning van organismen voor socio-professionele inschakeling en de subsidiëring van hun beroepsopleidingsactiviteiten voor werklozen en laag geschoolde werkzoekenden gericht op het vergroten van hun kans op het vinden of terugvinden van werk in het raam van gecoördineerde voorzieningen voor socio-professionele inschakeling) en; - die een partnershipovereenkomst hebben met de Brusselse gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling zoals bepaald door de besluiten van de executieve van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 27 juni 1991 (besluit houdende machtiging voor de Brusselse gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling tot het sluiten van partnershipovereenkomsten teneinde de kansen van bepaalde werkzoekenden om werk te vinden of terug te vinden, te vergroten in het kader van gecoördineerde beschikkingen voor socio-professionele inschakeling).
De betrokken werknemers zijn zij die ingedeeld zijn bij de socio-professionele inschakelingsprojecten zoals bepaald door het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 april 1995.
In de « missions locales » zijn, behalve het hierboven opgesomde personeel, eveneens betrokken het omkaderingspersoneel van de beroepsoverstapprogramma's en het personeel van de jobwerkbanken.
Art. 2.§ 1. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 1999 betreffende de bepaling van de modaliteiten van de arbeidsduur en de tewerkstelling 's nachts en op zon- en feestdagen (geregistreerd onder het nummer 55991/CO/329) en in afwijking van §§ 1, 2 en 5 van artikel 10 van deze overeenkomst wordt aan de werknemers, met ingang van 1 januari 2001 het volgende toegekend : - een overloon van 26 pct. op het reële loon in verhouding tot de arbeidsduur die effectief werd gepresteerd op zaterdag van 0 u tot 24 u, op uitdrukkelijk verzoek van de werkgever; - een overloon van 56 pct. op het reële loon in verhouding tot de arbeidsduur die effectief werd gepresteerd op een zondag of een feestdag van 0 u tot 24 u op uitdrukkelijk verzoek van de werkgever; - met ingang van 1 januari 2005, een overloon van 35 pct. op het reële loon in verhouding tot de arbeidsduur die effectief werd gepresteerd 's nachts tussen 20 u en 6 u op uitdrukkelijk verzoek van de werkgever; dit percentage zal 27 pct. bedragen in 2001, 29 pct. in 2002, 31 pct. in 2003 en 33 pct. in 2004.
Deze overlonen zijn niet onderling cumuleerbaar. § 2. Voor de toeslagen die worden toegekend krachtens dit artikel is geen maximum bepaald, in afwijking op het maximum vastgesteld in § 5 van artikel 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 1999 betreffende de bepaling van de modaliteiten van de arbeidsduur en de tewerkstelling 's nachts en op zon- en feestdagen die niet van toepassing is op de werkgevers en de werknemers omschreven in artikel 2 van deze overeenkomst.
Art. 3.De partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen die worden toegekend door deze collectieve arbeidsovereenkomst slechts effectief zullen worden toegekend aan de werknemers voor zover de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het College van de Franse Gemeenschapscommissie, elk voor wat hen betreft, punt 5, 1e lid van het akkoord van 29 juni 2000 integraal uitvoeren.
Zij komen eveneens overeen om diezelfde overheden op de hoogte te houden van de goede uitvoering van deze overeenkomst.
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001.
Zij wordt gesloten voor onbepaalde tijd en kan door elke partij worden opgezegd met een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE