gepubliceerd op 04 augustus 2004
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 december 1930 houdende regeling van de slaapmiddelen en de verdovende middelen en betreffende risicobeperking en therapeutisch advies
4 JULI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 december 1930 houdende regeling van de slaapmiddelen en de verdovende middelen en betreffende risicobeperking en therapeutisch advies
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van gifstoffen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, inzonderheid op artikel 1, vervangen bij de wet van 3 mei 2003;
Gelet op de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, inzonderheid op artikel 6, § 1, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 20 oktober 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 december 1930 houdende regeling van de slaapmiddelen en de verdovende middelen en betreffende risicobeperking en therapeutisch advies, inzonderheid op artikel 13, tweede lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 januari 1956;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 september 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 12 december 2003;
Gelet op het besluit van de Ministerraad van 26 mei 2004;
Gelet op het advies nr. 34.878/3 van de Raad van State, gegeven op 14 juli 2003;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 13, tweede lid, van het koninklijk besluit van 31 december 1930 houdende regeling van de slaapmiddelen en de verdovende middelen en betreffende risicobeperking en therapeutisch advies, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 januari 1956, wordt vervangen als volgt : « Dit laatste etiket moet eveneens aangebracht worden op de recipiënt en op de verpakking van farmaceutische bereidingen maar niet op de farmaceutische specialiteiten die het wettelijk regime voor de aflevering vermelden, bedoeld in artikel 2bis, § 1, 15°, of in artikel 2ter, § 1, 14°, van het koninklijk besluit van 3 juli 1969 betreffende de registratie van geneesmiddelen. »
Art. 2.Onze Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE