4 JULI 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de bedragen en de uitvoeringsbepalingen van de aan het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau verschuldigde retributies voor de administratieve behandeling van sommige dossiers

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 10 november 1967, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 3 februari 1995, houdende oprichting van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, inzonderheid op de artikelen 11 en 14, gewijzigd bij de wet van 7 juli 2002;

Gelet op het advies van de Raad van Bestuur van 15 oktober 2003;

Gelet op het advies van de afgevaardigde van de Minister van Financiën, gegeven op 28 mei 2003;

Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid op 15 december 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 19 februari 2004;

Gelet op het advies nr. 36.509/3 van de Raad van State, gegeven op 17 februari 2004;

Op de voordracht van Onze Minister van Middenstand en Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Bij de afgifte van elk certificaat is de begunstigde een retributie van 6 euro aan het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau verschuldigd.

Art. 2.Een retributie van 25 euro is aan het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau verschuldigd door iedereen die een product ter interventie aanbiedt bij het afsluiten van het contract, door elke verhuurder van opslagcapaciteit en in geval van verkoop door iedere koper.

In geval van uitvoerrestitutie is er geen retributie verschuldigd.

Art. 3.Een retributie van 25 euro is aan het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau verschuldigd bij de toekenning van steun voor de verwerking, de productie of elke gelijksoortige verrichting, door de medecontractant of, indien geen contract is gesloten, door de begunstigde, met uitzondering van programma's voor hulp aan behoeftige personen.

Art. 4.Een forfaitaire retributie van 250 euro is verschuldigd aan het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau door de begunstigde van de steun, zoals bepaald door Verordening (EG) nr. 1221/97 van de Raad van 25 juni 1997 houdende algemene regels voor de uitvoering van de maatregelen tot verbetering van de productie en de afzet van honing, Verordening (EG) nr. 609/2001 van de Commissie van 28 maart 2001 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad voor wat de operationele programma's, de actiefondsen en de toekenning van communautaire financiële steun betreft, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 411/97, Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen of elke daaropvolgende verordening die die wijzigt, intrekt of vervangt.

Art. 5.Het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau maakt een halfjaarlijkse afrekening op.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2004.

Art. 7.Onze Minister van Middenstand en Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juli 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Middenstand en Landbouw, Mevr. S. LARUELLE