Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 juli 2001
gepubliceerd op 26 juli 2001

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 april 1998 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen betreffende sommige ambtenaren van het Instituut voor veterinaire keuring

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001022521
pub.
26/07/2001
prom.
04/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/04/2001022521/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 april 1998 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen betreffende sommige ambtenaren van het Instituut voor veterinaire keuring


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli 1993;

Gelet op de wet van 13 juli 1981 houdende oprichting van een Instituut voor veterinaire keuring;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het geldelijk statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 3° en 4°, ingevoegd door het koninklijk besluit van 10 april 1995 en op artikel 7, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 mei 1976;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 juni 1985 houdende administratief en geldelijk statuut van het personeel van het Instituut voor veterinaire keuring, inzonderheid op de artikelen 2 en 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 april 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Instituut voor veterinaire keuring;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 6 februari 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 23 april 2001;

Gelet op het protocol houdende de conclusies van de onderhandelingen die op 11 juni 2001 gevoerd werden in het sectorcomité XII "Sociale Zaken";

Gelet op de wetten van de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de geldelijke anciënniteit van de dierenartsen benoemd na het vergelijkend examen ingericht door het Vast Wervingssecretariaat gelijkvormig moet zijn met deze van de dierenartsen benoemd op basis van artikel 36 van de wet van 13 juli 1981 houdende oprichting van een Instituut voor veterinaire keuring;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 8 van het koninklijk besluit van 23 april 1998 tot vaststelling van de geldelijke bepalingen betreffende sommige ambtenaren van het Instituut voor veterinaire keuring, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1. Voor de dierenartsen wordt de nuttige ervaring in de toepassing van de wetgeving op de voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong in aanmerking genomen voor de vaststelling van de wedde. De berekening gebeurt volgens artikel 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 14 juni 1985 houdende het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het Instituut voor veterinaire keuring.

De duur van de studie voor het bekomen van een aanvullend diploma betreffende het diergeneeskundig toezicht op de eetwaren wordt eveneens in aanmerking genomen en telt voor twee jaar geldelijke anciënniteit.

De in aanmerking komende diensten en studies worden evenwel beperkt tot een maximumduur van zes jaar. » § 2. De jaren die overeenkomstig § 1 in aanmerking worden genomen, kunnen gecumuleerd worden met de in aanmerking komende diensten zoals bepaald in artikel 14 en 15 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende de bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 1998.

Art. 3.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET

^