Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 juli 2001
gepubliceerd op 12 december 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende de arbeidsduur

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012660
pub.
12/12/2001
prom.
04/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/04/2001012660/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende de arbeidsduur (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende de arbeidsduur.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999 Arbeidsduur (Overeenkomst geregistreerd op 28 oktober 1999 onder het nummer 52846/CO/201) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "bedienden" verstaan, de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel betreffende de arbeidsduur. HOOFDSTUK II. - Arbeidsduur

Art. 3.De wekelijkse arbeidsduur bedraagt 39 uren.

Art. 4.In de ondernemingen uit de niet-voedingssector (Nacecode 52320 tot en met 52740) die 20 werknemers of meer tewerkstellen, wordt de wekelijkse arbeidsduur vanaf 1 mei 2000 op 38 uren 30 minuten en vanaf 1 mei 2001 op 38 uren.

De weekgrens voor het overloon wordt 38 u. 30 respectievelijk 38 uur, behalve voor de ondernemingen die de arbeidsduurvermindering geheel of gedeeltelijk toekennen als compensatiedagen.

In deze ondernemingen blijft de weekgrens voor het overloon vastgesteld op de contractueel gepresteerde wekelijkse arbeidsduur. § 1. Bij deze arbeidsduurvermindering blijft het maandloon gelijk. Dit resulteert in een proportionele verhoging van het uurloon. § 2. De werkgever past naar eigen keuze deze arbeidsduurvermindering toe door toekenning van compensatiedagen of door een vermindering van de wekelijkse arbeidsduur. § 3. Wanneer de werkgever opteert voor compensatiedagen, worden deze genomen in onderling akkoord. De arbeidsduurvermindering van dertig minuten stemt overeen met drie compensatiedagen op jaarbasis. De arbeidsduurvermindering van één uur stemt overeen met zes compensatiedagen op jaarbasis. § 4. Wanneer de werkgever opteert voor een vermindering van de wekelijkse arbeidsduur, wordt deze toegekend op één dag van de week, bij het begin of het einde van de arbeidsprestaties. § 5. Voor de deeltijdse bedienden wordt de arbeidsduurvermindering doorgevoerd volgens hun individuele keuze, rekening houdend met de normale arbeidsorganisatie in de onderneming, door een proportionele verhoging van het loon bij gelijkblijvende arbeidsduur of door een proportionele verlaging van de arbeidsduur met het behoud van loon. § 6. De proportionele verhoging van het loon bij gelijkblijvende arbeidsduur bedraagt op 1 mei 2000 1,30 pct. en op 1 mei 2001 1,32 pct. § 7. De werkgever kan twee van de zes compensatiedagen aanwenden voor de beroepsopleiding van de betrokken werknemers. § 8. De werkgever informeert voorafgaandelijk het regionaal overlegorgaan van zijn keuze en deelt in voorkomend geval het programma en de naam van de organisator van de beroepsopleiding mee. HOOFDSTUK III. - Arbeidsregime

Art. 5.Het arbeidsregime dient zowel voor de deeltijdse als voor de voltijdse werknemers als volgt georganiseerd te worden : - ofwel gespreid over maximum 5 werkdagen per week; - ofwel in het kader van een 6-dagenweek met toekenning van twee halve werkdagen rust binnen deze 6 dagen.

Art. 6.De kleinhandelsondernemingen die 20 werknemers of meer tewerkstellen uit de niet-voedingssector (Nacecode 52320 tot en met 52740) lichten het bevoegde regionaal overlegorgaan in over het gekozen arbeidsregime. Om uit te maken of een werkgever 20 of meer werknemers heeft tewerkgesteld, moet men het totaal van de tewerkgestelde werknemers tellen op 30 juni van het voorgaande jaar waarvoor bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid een aangifte werd ingediend. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999.

Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^