Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 juli 2001
gepubliceerd op 06 december 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 augustus 1972 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen (1)

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012659
pub.
06/12/2001
prom.
04/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/04/2001012659/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 augustus 1972 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen (99/8) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het glasbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 augustus 1972 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen (99/8).

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het glasbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 augustus 1972 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen (99/8) (Overeenkomst geregistreerd op 30 juli 1999 onder het nummer 51793/CO/115) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het glasbedrijf ressorteren. HOOFDSTUK II. - Wijzigingsbepaling

Art. 2.In artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 augustus 1972, gesloten in de schoot van het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 mei 1973, wordt het 3de lid als volgt gewijzigd : « In de ondernemingen die minder dan veertig werknemers tewerkstellen, wordt een vakbondsafvaardiging opgericht met de goedkeuring van de werkgever of bij ontstentenis daarvan, indien de meerderheid van de werklieden de wens daartoe door een stemming uit". HOOFDSTUK III. - Eindbepalingen

Art. 3.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1999 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Elk van de contracterende partijen mag haar opzeggen mits een opzeggingstermijn van zes maanden, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het glasbedrijf en aan de overige contracterende partijen.

De partij op wier initiatief de overeenkomst wordt opgezegd, moet hiervan de redenen opgeven en gelijktijdig wijzigingsvoorstellen doen waarvoor de overige contracterende partijen zich verbinden deze te bespreken in het Paritair Comité voor het glasbedrijf binnen de tijdspanne van een maand na de ontvangst ervan.

Art. 4.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst zal ter Griffie van de Dienst van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid worden neergelegd en een aanvraag tot algemeen verbindend verklaring bij koninklijk besluit zal worden gevraagd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^