Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 juli 2001
gepubliceerd op 22 november 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 november 2000, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het overleg bij tijdelijke werkloosheid om economische redenen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012639
pub.
22/11/2001
prom.
04/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/04/2001012639/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 november 2000, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het overleg bij tijdelijke werkloosheid om economische redenen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 november 2000, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het overleg bij tijdelijke werkloosheid om economische redenen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juli 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 november 2000 Overleg bij tijdelijke werkloosheid om economische redenen (Overeenkomst geregistreerd op 6 december 2000 onder het nummer 55971/CO/109)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en op de arbeid (st) ers die zij tewerkstellen.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing met ingang van 1 januari 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door één der ondertekenende partijen worden opgezegd, mits een vooropzeg van drie maanden, te betekenen bij een ter post aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en aan de in dit comité vertegenwoordigde organisaties.

Art. 3.In alle ondernemingen waar de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie de toepassing van artikel 51 van de Wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten onderzoekt, betwist, schorst of weigert, dient volgende procedure te worden toegepast : - vanaf het ogenblik waarop de Rijksdienst voor Jaarlijkse vakantie de onderneming vat in de zin zoals bedoeld in alinea 1, dient de werkgever binnen de tien werkdagen dat werknemers daarvan in kennis te stellen via de ondernemingsraad, of bij gebreke via het comité voor preventie en bescherming op het werk of bij gebreke de syndicale afvaardiging of bij gebreke via een nota aan het personeel; - tegelijkertijd wordt in alinea 2 bedoelde kennisgeving door de werkgever schriftelijk aan de regionale vertegenwoordigers van de representatieve vakorganisaties betekend; - binnen de maand na het tijdstip, bedoeld in alinea 2, nodigt de werkgever de hoger bedoelde instanties uit voor een overleg over de te nemen maatregelen.

Art. 4.Het overleg zal plaats vinden, rekening houdend met de specifieke kenmerken van elke onderneming, en kan betrekking hebben op zowel de oorzaken van de tijdelijke werkloosheid als op eventueel mogelijke maatregelen om het aantal dagen tijdelijke werkloosheid te beperken.

Art. 5.Elk geschil ingevolge de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst zal in eerste instantie door de meest gerede partij worden voorgelegd aan het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^