gepubliceerd op 21 november 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de afscheidspremie in de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden
4 JULI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de afscheidspremie in de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de afscheidspremie in de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 juli 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 1999 Afscheidspremie in de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden (Overeenkomst geregistreerd op 2 februari 2000 onder het nummer 53847/CO/140.04.09) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en behoren tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of tot de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden alsook op hun werklieden. § 2. Onder "subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden", wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en die zich inlaten met : 1° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk een vervoervergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;2° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk geen vervoervergunning vereist is;3° het verhuur met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke een vervoervergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;4° het verhuur met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de taxibestelwagens, met name de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk is aan of kleiner is dan 500 kilogrammen en uitgerust met een taximeter, beschouwd als voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. § 3. Onder "subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden", wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en die, buiten de havenzones, zich inlaten met : 1° alle behandeling van goederen voor rekening van derden ter voorbereiding van het vervoer en/of ter afwerking van het vervoer, onafgezien het gebruikt vervoermiddel;2° en/of alle logistieke diensten ter voorbereiding van het vervoer van goederen voor rekening van derden en/of ter afwerking van dit vervoer, onafgezien het gebruikt vervoermiddel. § 4. Onder "werklieden", wordt bedoeld de werklieden en werksters.
Voor de toepassing van deze overeenkomst worden met werklieden gelijkgesteld de personen verbonden door een arbeidsovereenkomst geregeld door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten ongeacht de juridische kwalificatie die door de partijen aan hun overeenkomst werd gegeven. HOOFDSTUK II. - Begrippen
Art. 2.Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt bedoeld onder : 1° "sociaal fonds" : het "Sociaal Fonds voor het goederenvervoer en aanverwante activiteiten voor rekening van derden" opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juli 1973 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Sociaal Fonds voor het vervoer van goederen met motorvoertuigen" en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 december 1973 (Belgisch Staatsblad van 15 januari 1974), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 1993, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 april 1994 (Belgisch Staatsblad van 16 juni 1994) en gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, houdende wijziging van de benaming van het "Sociaal Fonds voor het vervoer van goederen met voertuigen" in "Sociaal Fonds voor het goederenvervoer en aanverwante activiteiten voor rekening van derden" en wijziging van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 november 1999 (Belgisch Staatsblad van 28 december 1999);2° "pensioen" : het ouderdomspensioen;3° "brugpensioen" : het stelsel ingericht door of krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst nr 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975). Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt enkel het brugpensioen in aanmerking genomen dat voortspruit uit de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de schoot van de Nationale Arbeidsraad of uit een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de schoot van het Paritair Comité voor het vervoer en toepasselijk op de werkgevers behorend tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of tot de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden. HOOFDSTUK III. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 3.Om de afscheidspremie beheerst door deze overeenkomst te kunnen ontvangen, moet de werkman aan de volgende voorwaarden beantwoorden : 1° de laatste werkgever die hem tewerkstelde voor de aanvang van het ouderdomspensioen of van het brugpensioen is een werkgever bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst;2° tijdens de tien jaren voorafgaand aan de aanvang van het ouderdomspensioen of van het brugpensioen werd de werkman tewerkgesteld tijdens minstens 5 jaren bij één of meerdere werkgevers bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst. HOOFDSTUK IV. - Bedrag van de afscheidspremie
Art. 4.Het belastbaar bedrag van de afscheidspremie wordt vastgesteld op drieduizend frank.
Art. 5.De afscheidspremie is een aanvulling, in de zin van artikel 2, alinea 3, 3°, van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers, op de voordelen toegekend hetzij door het persioenstelsel, hetzij door het stelsel der werkloosheidsvergoedingen. HOOFDSTUK V. - Opdrachten van het sociaal fonds
Art. 6.De raad van beheer van het sociaal fonds is belast met : 1° het vaststellen van de procedure tot indiening van de uitbetalingsaanvragen van de afscheidspremie;2° het bepalen van de uitbetalingsmodaliteiten van de afscheidspremie.
Art. 7.Het sociaal fonds neemt het bedrag van de afscheidspremie ten laste. HOOFDSTUK VI. - Geldigheidsduur
Art. 8.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999. § 2. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd. Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX