gepubliceerd op 26 juli 2001
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 februari 1993 houdende diverse bepalingen tot uitvoering van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet
4 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 februari 1993 houdende diverse bepalingen tot uitvoering van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet, inzonderheid op de artikelen 43, § 5, 43bis, ingevoegd bij de wet van 11 februari 1994 en 47, § 4, vervangen bij de wet van 13 maart 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 februari 1993 houdende diverse bepalingen tot uitvoering van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet, inzonderheid op de artikelen 4, 5, 6, 7, 12 en 13;
Gelet op de raadpleging van de Commissie voor Verzekeringen van 5 mei 2000;
Gelet op het advies van de Controledienst voor de Verzekeringen van 19 juni 2000;
Gelet op het advies 30.572/1 van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 5 februari 1993 houdende diverse bepalingen tot uitvoering van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt 7° opgeheven;2° een lid wordt toegevoegd, luidend als volgt : « De punten 4° tot en met 8° zijn eveneens van toepassing op de ondernemingen die de registratie vragen met toepassing van artikel 43bis van de wet.»
Art. 2.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de woorden « de ingeschreven ondernemingen » vervangen door « de ingeschreven of geregistreerde ondernemingen ».
Art. 3.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 6.Van de inschrijving, van de registratie of van de controle mag op geen enkele andere wijze worden gewag gemaakt dan in de volgende bewoordingen : « Hypotheekonderneming ingeschreven / geregistreerd bij beslissing van de Controledienst voor de Verzekeringen van... » . ».
Art. 4.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 7.De afstand van de inschrijving of de registratie wordt gericht aan de Controledienst.
De ondernemingen die afstand van de inschrijving of registratie hebben gedaan, worden afzonderlijk vermeld in de lijst van ondernemingen die overeenkomstig artikel 5 van dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. ».
Art. 5.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 12.§ 1. De prospectussen bedoeld in artikel 47, § 2, van de wet moeten minstens de volgende gegevens bevatten : 1° de benaming van de hypotheekonderneming evenals haar adres;2° een beschrijving van de kredietvormen die de hypotheekonderneming toestaat;3° het tarief van de rentevoeten voor de onderscheiden kredietvormen;4° per kredietvorm, een representatief voorbeeld van berekening van de globale te betalen last in kapitaal en interesten;5° in voorkomend geval, de modaliteiten van de verandering van de rentevoeten;6° het tarief van de door de hypotheekonderneming gevraagde kosten en vergoedingen;7° de aard van de contracten waarvan de hypotheekonderneming de aanhechting eist;8° de datum vanaf wanneer de prospectus van toepassing is. § 2. Het tarief van de rentevoeten bevat : 1° de periodieke rentevoeten;2° de overeenstemmende jaarlijkse rentevoeten;3° alle eventuele verminderingen en vermeerderingen die de hypotheekonderneming op een algemene en gebruikelijke wijze toekent of oplegt;4° de toekenningsvoorwaarden van de hierboven vermelde verminderingen en vermeerderingen;5° de met toepassing van artikel 9, § 1, 5° van de wet gebruikte referte-indexen. § 3. De tarieven bedoeld in § 1, 3° en 6° mogen afzonderlijk bij de prospectus worden gevoegd op voorwaarde dat die bijvoeging gedagtekend is en vermeld wordt in de prospectus zelf. ».
Art. 6.In artikel 13 van hetzelfde besluit wordt het 3° vervangen door de volgende bepaling : « 3° indien de tarieven bedoeld in artikel 12, § 1, 3° en 6° van dit besluit afzonderlijk bij de prospectus gevoegd worden, de dagtekening van deze tarieven. ».
Art. 7.Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 juli 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Economie, Ch. PICQUE