Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 juli 2001
gepubliceerd op 01 augustus 2001

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juli 1985 betreffende de identiteitskaarten

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2001000701
pub.
01/08/2001
prom.
04/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/04/2001000701/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juli 1985 betreffende de identiteitskaarten


VERSLAG AAN DE KONING, Sire, Dit ontwerp van besluit heeft een tweevoudige doelstelling.

De eerste doelstelling, in het kader van de administratieve vereenvoudiging en op basis van vijftien jaar ervaring inzake de afgifte van identiteitskaarten van het model voorzien in het koninklijk besluit van 29 juli 1985 betreffende de identiteitskaarten, bestaat in het afschaffen van de systematische hernieuwing van de identiteitskaarten, te wijten aan het verlopen van een geldigheidsduur van tien jaar, voor bejaarde personen van vijfenzeventig jaar en meer.

Artikel 5 van het voormeld koninklijk besluit van 29 juli 1985 bepaalt de geldigheidsduur van de identiteitskaarten voor de Belgen : « De identiteitskaart die wordt uitgereikt aan de burgers van meer dan tweeëntwintig jaar is tien jaar geldig.

De identiteitskaart die wordt uitgereikt aan de burgers van twaalf jaar tot volle tweeëntwintig jaar oud, is vijf jaar geldig. » Het blijkt dat de regelmatige hernieuwing van de identiteitskaarten aanzienlijke moeilijkheden oplevert voor de bejaarde personen.

Er wordt eveneens vastgesteld dat de wijzigingen van hoofdverblijfplaats zeldzamer zijn voor de meeste van deze personen.

Bijgevolg lijkt de systematische niet-hernieuwing van de identiteitskaarten voor de bejaarde personen van vijfenzeventig jaar en meer mij wenselijk.

De bejaarde personen van vijfenzeventig jaar en meer die een nieuwe identiteitskaart wensen, kunnen deze echter altijd bekomen op aanvraag.

Evenzo worden de hernieuwing en de vervanging van de identiteitskaart voor de personen van vijfenzeventig jaar en meer behouden in de vroeger voorziene gevallen (overbrenging van de hoofdverblijfplaats naar een andere gemeente, verlies of vernieling van de kaart, herinschrijving in België na afvoering voor het buitenland, herinschrijving na afvoering van ambtswege, foto niet meer gelijkend, beschadiging van de kaart, verandering van de naam of de voornaam, keuze van een andere taal in een gemeente waar deze keuze mogelijk is).

De tweede doelstelling van dit ontwerp van besluit is van legistieke aard.

Het gaat om een aanpassing van de tekst van artikel 3, § 4, van het koninklijk besluit van 29 juli 1985 betreffende de identiteitskaarten, dat het zelfklevend etiket op de achterzijde van de kaart betreft, overeenkomstig de wijzigingen aangebracht aan de bijlage (model 3) van het voormeld besluit van 29 juli 1985, krachtens het koninklijk besluit van 18 juni 1996.

De vermeldingen van het zelfklevend etiket dienen voornamelijk te worden aangepast aan artikel 2 van de wet van 12 augustus 2000 tot wijziging van artikel 2, eerste lid, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, dat bepaalt « Onverminderd het voorgaande mag geen enkel identiteitsdocument dat afgegeven wordt op grond van een inschrijving in de bevolkingsregisters of in het wachtregister, melding maken van een echtscheiding noch van de grond ervan » (1).

De punten 3 en 6 van de commentaar van de bijlage (model 3) dienen eveneens te worden gewijzigd, met het oog op het schrappen van de vermelding van respectievelijk « echtgescheiden » en « rijverbod » (vermelding geschrapt krachtens het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs).

Wegens de aanpassing van de informaticaprogramma's nodig voor het aanmaken van de identiteitskaarten, zal het toekomstig besluit de eerste dag van de derde maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad in werking treden.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE (1) Belgisch Staatsblad van 11 oktober 2000. ADVIES 30.622/2 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 1 september 2000 door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste een maand, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juli 1985 betreffende de identiteitskaarten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 april 1986, alsmede de bijlage (model 3), gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 juni 1996", heeft op 16 mei 2001 het volgende advies gegeven : Algemene opmerking De Ministerraad heeft op 20 juli 2000 beraadslaagd over dit ontwerp van koninklijk besluit dat ter fine van advies aan de Raad van State is voorgelegd.

Sedertdien is de wet van 12 augustus 2000 tot wijziging van artikel 2, eerste lid, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen bekrachtigd, afgekondigd en vervolgens, op 11 oktober 2000, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Bij artikel 2 van de voormelde wet wordt artikel 2, eerste lid, van de wet van 19 juli 1991 aangevuld als volgt : « Onverminderd het voorgaande mag geen enkel identiteitsdocument dat afgegeven wordt op grond van een inschrijving in de bevolkingsregisters of in het wachtregister, melding maken van een echtscheiding noch van de grond ervan. » Om te voorkomen dat het ontworpen koninklijk besluit onwettig zou zijn, behoort het dienovereenkomstig, volgens de hiernavolgende aanwijzingen, te worden aangepast.

Bijzondere opmerkingen Onderzoek van het ontwerp Opschrift Voor het opschrift wordt de volgende redactie voorgesteld : « Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juli 1985 betreffende de identiteitskaarten. » Aanhef 1. Voor het tweede lid wordt de volgende redactie voorgesteld : « Gelet op het koninklijk besluit van 29 juli 1985 betreffende de identiteitskaarten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 april 1986, alsmede op de bijlage (model 3), vervangen bij het koninklijk besluit van 18 juni 1996;». 2. Het vierde lid, dat betrekking heeft op het advies van de Raad van State, behoort te worden vervangen door de volgende twee leden : « Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand; Gelet op advies 30.622/2 van de Raad van State, gegeven op 16 mei 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; ».

Dispositief Artikel 1 (artikel 3, § 4, tweede en derde lid, van het koninklijk besluit van 29 juli 1985) 1. In onderdeel 3° moet het derde streepje (de facultatieve vermelding "echtgescheiden") vervallen.2. Er behoort te worden bepaald dat de facultatieve vermelding "weduwnaar(e)" (lees : "weduwnaar/weduwe") en de naam en de voornaam van de overleden echtgenoot alleen op schriftelijk verzoek van de houder van de identiteitskaart wordt opgenomen. Artikel 3 Dit artikel behoort als volgt te worden gesteld : «

Art. 3.Artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « 7° wanneer de houder van vijfenzeventig jaar en meer erom verzoekt. » Artikel 4 (commentaar van de bijlage (model 3) bij het koninklijk besluit van 29 juli 1985) 1. In punt 3 van de commentaar moet de vermelding "echtgescheiden" vervallen.2. Het derde lid van noot (1), dat gewijd is aan het geval van echtscheiding, moet eveneens vervallen.3. Noot (2) moet niet alleen slaan op punt 7 van de commentaar (identificatienummer bij het rijksregister), maar ook op de punten 3 en 4 (staat van weduwnaar of weduwe en identiteit van de overleden echtgenoot). Opmerkingen omtrent de vorm 1. In het ontworpen artikel 5 (artikel 2 van het ontwerp) vervange men het woord "afgeleverd" door het woord "afgegeven". 2. Er behoort te worden geschreven in artikel 5 : "... op de eerste dag van de derde maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. » .

De kamer was samengesteld uit : De heren : Y. Kreins, staatsraad, voorzitter;

P. Lienardy en P. Quertainmont, staatsraden;

F. Delperée en J. Kirkpatrick, assessoren van de afdeling wetgeving;

Mevr. B. Vigneron, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer J. Regnier, eerste auditeur-afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de heer P. Brouwers, referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer P. Lienardy.

De griffier, B. Vigneron.

De voorzitter, Y. Kreins.

4 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juli 1985 betreffende de identiteitskaarten ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 6, § 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juli 1985 betreffende de identiteitskaarten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 april 1986, alsmede op de bijlage (model 3), vervangen bij het koninklijk besluit van 18 juni 1996;

Overwegende dat, met het oog op een administratieve vereenvoudiging, de identiteitskaarten voor Belgische bejaarden van vijfenzeventig jaar en meer niet meer systematisch dienen te worden vernieuwd;

Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies 30.622/2 van de Raad van State, gegeven op 16 mei 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 3, § 4, tweede en derde lid, van het koninklijk besluit van 29 juli 1985 betreffende de identiteitskaarten, wordt vervangen als volgt : « Het zelfklevend etiket bevat de volgende vermeldingen : 1° het volgnummer van de identiteitskaart;2° de volledige naam van de houder, wanneer deze op de voorzijde afgekort is vermeld;3° - de verplichte vermelding « gehuwd » en de naam en de voornaam van de echtgenoot; - de facultatieve vermelding « weduwnaar/weduwe » en de naam en de voornaam van de overleden echtgenoot wordt alleen op schriftelijk verzoek van de houder van de identiteitskaart opgenomen; 4° het adres van de houder in de hoofdverblijf- gemeente, indien hij sedert de uitgifte van de kaart van adres veranderd is;5° de vermeldingen opgelegd door de bijzondere wetten en verordeningen. Indien de houder er schriftelijk om verzoekt wordt het identificatienummer van de houder in het Rijksregister van de natuurlijke personen eveneens opgenomen op het zelfklevend etiket. »

Art. 2.Artikel 5, eerste lid, van het koninklijk besluit van 29 juli 1985 wordt aangevuld als volgt : « De identiteitskaart afgegeven aan burgers van vijfenzeventig jaar en meer, heeft een onbeperkte geldigheidsduur, onder voorbehoud van de in artikel 6, § 1, 2° tot 7° bedoelde gevallen van hernieuwing of van vervanging ten gevolge van de in artikel 6, § 6, van dit besluit bedoelde gevallen van verval. »

Art. 3.Artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « 7° wanneer de houder van vijfenzeventig jaar en meer erom verzoekt. »

Art. 4.De commentaar van de bijlage (model 3) bij het koninklijk besluit van 29 juli 1985 wordt gewijzigd als volgt : 1° in punt 3 van de commentaar moet de vermelding « echtgescheiden » vervallen;2° in punt 6 van de commentaar moet de vermelding « rijverbod » vervallen;3° het derde lid van noot (1), dat gewijd is aan het geval van echtscheiding, moet vervallen;4° noot (2) slaat niet alleen op punt 7 van de commentaar (identificatienummer bij het Rijksregister) maar ook op de punten 3 en 4 (staat van weduwnaar of weduwe en identiteit van de overleden echtgenoot).

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 6.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

^