gepubliceerd op 21 februari 2020
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de mouterijen
4 FEBRUARI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de mouterijen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de mouterijen.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 februari 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2019 Loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de mouterijen (Overeenkomst geregistreerd op 14 november 2019 onder het nummer 155113/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders tewerkgesteld in de mouterijen. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Uurlonen
Art. 2.Op 1 juli 2019 gelden volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die geen zes maanden anciënniteit in de onderneming hebben, en dit ongeacht hun leeftijd :
38 uren/week (EUR)
37 uren/week (EUR)
38 heures/semaine (EUR)
37 heures/semaine (EUR)
Ongeschoolden
14,23
14,55
Manoeuvres
14,23
14,55
Geoefenden
14,58
14,89
Spécialisés
14,58
14,89
Geschoolden
14,92
15,30
Qualifiés
14,92
15,30
Art. 3.Op 1 juli 2019 gelden de volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die zes maanden anciënniteit in de onderneming tellen, en dit ongeacht hun leeftijd :
38 uren/week (EUR)
37 uren/week (EUR)
38 heures/semaine (EUR)
37 heures/semaine (EUR)
Ongeschoolden
14,69
15,04
Manoeuvres
14,69
15,04
Geoefenden
15,07
15,40
Spécialisés
15,07
15,40
Geschoolden
15,45
15,79
Qualifiés
15,45
15,79
Art. 4.Per 1 januari 2020 zullen deze sectorale minimumlonen verhogen met 0,04 EUR.
Art. 5.De voorwaarde van zes maanden anciënniteit is ingevuld op de dag dat de som van alle tewerkstellingsperiodes, al dan niet onderbroken, bij eenzelfde werkgever in de loop van de laatste twee jaar minstens zes maanden bedraagt.
Onder "tewerkstellingsperiodes" dient men te verstaan de periodes gedekt door : - alle arbeidsovereenkomsten, van welke aard ook, zelfs al wordt de uitvoering ervan geschorst; en/of - door een interimovereenkomst.
Commentaar bij artikel 5 : De partijen komen overeen dat deze periode van zes maanden opgebouwd kan worden door al dan niet onderbroken tewerkstellingsperiodes bij dezelfde werkgever in een referentieperiode van twee jaar. Eens deze voorwaarde van zes maanden is gerealiseerd, is die verworven voor alle latere periodes van tewerkstelling bij deze werkgever.
Art. 6.In afwijking op artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 2 vermelde minimumlonen :
Leeftijd
Percentage
Age
Pourcentage
18 jaar en ouder
90
18 ans et plus
90
17 jaar
80
17 ans
80
16 jaar
70
16 ans
70
15 jaar
60
15 ans
60
Commentaar bij artikel 6 : Deze minimumuurlonen van de jongere werklieden, tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, werden vastgelegd rekening houdend met de opleidingsperiode van toepassing op jonge arbeiders en het vergemakkelijken van de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt. HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 7.De bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minimumuurlonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011 tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid. HOOFDSTUK IV. - Premie voor nachtarbeid
Art. 8.Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 15 pct. met een minimum van 1,95 EUR per uur wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de nachtploeg.
Deze minimum uurtoeslag wordt op 1 januari 2020 verhoogd naar 2,04 EUR per uur.
Art. 9.De nacht omvat een periode van 8 uren die, behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, loopt van 22 tot 6 uur. HOOFDSTUK V. - Premie voor ploegenarbeid
Art. 10.Een premie gelijk aan een minimum uurtoeslag van : - 0,50 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de morgenploeg; - 0,56 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg.
Deze minimum uurtoeslagen worden op 1 januari 2020 verhoogd naar : - 0,52 EUR voor de arbeid geleverd in de morgenploeg; - 0,59 EUR voor de arbeid geleverd in de namiddagploeg.
Behalve wanneer het anders wordt voorzien in het arbeidsreglement, zijn de arbeidsuren van de ploegen als volgt vastgesteld : - voor de morgenploeg : van 6 tot 14 uur; - voor de namiddagploeg : van 14 tot 22 uur. HOOFDSTUK VI. - Gemeenschappelijke bepalingen voor de nacht- en ploegenarbeid
Art. 11.De premies waarvan sprake in artikel 10 mogen niet met de in artikel 8 voorziene premie voor nachtarbeid worden gecumuleerd.
Art. 12.De in de artikelen 8 en 10 voorziene premies mogen verminderd worden ten belope van bestaande premies toegekend volgens gelijkwaardige criteria. HOOFDSTUK VII. - Geldigheid
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 11 oktober 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de mouterijen, geregistreerd onder het nummer 142905/CO/118.
Zij heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2019 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2020. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.
Gunstigere regelingen die vóór de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 februari 2020.
De Minister van Werk, N. MUYLLE